Al lang verkeert het vakantietoerisme in de greep van het economisch denken en sociologisch onderzoek. Op deze website wordt een gebalanceerder inzicht aangehouden: de toeristen zelf en hun ontmoeting met hun vakantiebestemming. De toeristen nemen wat hen aangereikt wordt en gebruiken dit voor hun eigen doeleinden; het zijn deze doeleinden die ons het meest interesseren en meer dan 25 artikelen op deze website gaan daar nu juist over: het toerisme van de toeristen.

Onder het hoofdje "Toerisme" is een nieuw artikel van mij toegevoegd over Klimaatsverandering (Juli 2020).

In februari 2020 heb ik een nieuw artikel toegevoegd in de rubriek "Toerisme" getiteld "Fenomenologie en het Toerisme".

De Reflexieve Benadering van Bestemmingen in het Toerisme

De Reflexieve Benadering van Bestemmingen in het Toerisme

Een toeristen bestemming is een gebied waar toeristen komen en daar op zijn minst één nacht verblijven; het feit dat toeristen daar naartoe gaan geeft aan, dat er attracties zijn, die speciaal voor toeristen ontwikkeld zijn (de hoofd- en nevenbelbronnen). Daar we als kernpunt van het toerisme het moment nemen, waarop een toerist begint te beleven, betekent dit, dat de objecten en fenomenen die de toerist beleeft als ook de tegenwoordigheid van de toerist zelf onlosmakelijke onderdelen vormen van het toerisme.

We kunnen een onderscheid maken tussen macro- en micro-bestemmingen. Een land in zijn geheel kunnen we een bestemming noemen. “Waar gaan jullie dit jaar met vakantie naartoe?” “We gaan naar Thailand!” Duurzaamheids vraagstukken spelen dan vaak af op het niveau van internationaal (lucht) transport, bijvoorbeeld. Dan zijn er de kleinschalige bestemmingen, wat een Nationaal Park kan zijn, een stadje of een plattelands gemeenschap. De duurzaamheids problematiek speelt dan op micro-niveau, waarbij een plaatselijke bevolking meer betrokken is.

Een bestemming bestaat uit:

1. Reizigers:

A. Toeristen;

B. Reizigers die toevallig op een bestemming zijn en misschien ook een paar dagen “toeristje spelen”; ook dagjesmensen vallen onder deze categorie;

2. Toeristische Infrastructuur:

A. Toeristen attracties die speciaal voor toeristen aangelegd of ontwikkeld zijn met de nodige voorzieningen (hoofd- en nevenbelbronnen);

B. Hotels, restaurants, souvenir winkels, informatie centra, wegen die speciaal voor het toerisme aangelegd zijn, transport voor toeristen, plaatselijke reisagenten, etc.

3. Plaatselijke Infrastructuur: woonhuizen, scholen, winkels, banken, klinieken, plaatselijke overheden etc. voor het gebruik van de plaatselijke bevolking als ook voor ieder ander die daar toevallig aanwezig is; deze infrastructuur wordt dus ook met toeristen en reizigers gedeeld: de zogenaamde gedeelde en toevallige belbronnen.

4. Plaatselijke Bevolking, als ook iedereen die daar aanwezig is:

A. diegenen die op een of andere wijze bij het toeristisch gebeuren betrokken zijn;

B. diegenen die niets met het toerisme te maken hebben.

Uit bovenstaand schema blijkt duidelijk dat wat een bestemming betreft we het over een hele gevariëerde samenstelling hebben waarbij vele mensen en instanties betrokken zijn: eigenaren, managers, toeristen of werknemers aan een kant, maar er zijn ook de investeerders, project ontwikkelaars of bemiddelaars.

Kunnen we een plaats een toeristen bestemming noemen, wanneer er geen toeristen zijn? Sommige mensen houden aan, dat een toeristen bestemming die titel krijgt wanneer de bestemmming ervoor klaar gemaakt is om toeristen te ontvangen. Anderen stellen dat zonder toeristen er geen toerisme is. Zelf houd ik hier aan, dat een bestemming een toeristen bestemming wordt wanneer er toeristen komen en die daarmee een intrinsiek onderdeel van een bestemming vormen. Dit betekent ook dat een toeristen bestemming zo genoemd kan worden, ondanks het feit dat de bestemming er niet op voorbereid is toeristen te ontvangen – zij komen eenvoudigweg om een of andere reden en vooral in deze gevallen kunnen we de negatieve kanten van het toerisme zien: het gebrek aan voorbereiding op een bestemming om toeristen te ontvangen.

We komen hiermee op een van de basis punten van de problematiek rond toeristen bestemmingen: in vele gevallen heeft de plaatselijke bevolking geen controle en weet simpelweg niet, wanneer en hoeveel toeristen verwacht kunnen worden. Zo vaak vallen toeristen plotseling binnen en verdwijnen weer even snel. Te vaak heeft de plaatselijke bevolking geen controle over wat toeristen aantrekt. We moeten ons daarbij goed voor ogen houden, dat iedere plaats een toeristen bestemming kan worden, want het is een zaak hoe een plaats naar toeristen toe uitgebeeld wordt en in hoeverre dit beeld met de verwachtingen van pre-toeristen overeenkomt.

Om toeristen te trekken en om een toeristen bestemming te worden zijn er vele identiteiten betrokken. Er zijn niet alleen de betrokkenen bij de (potentiële) bestemming zelf, maar er zijn ook de bemiddelaars tussen toeristen aan de ene kant en de toeristische attracties, infrastructuur en plaatselijke bevolking aan de andere. Deze bemiddelaars opereren vaak buiten de bestemming of zelfs vanuit een ander land of continent. Deze bemiddelaars bestaan vooral uit reisorganisaties die in het land van bestemming of in het land van herkomst van de toerist actief zijn en verder betreft het ook Verkeersbureau’s of niet-regerings instanties. Zij voorzien de toerist van doel gerichte informatie, materiële beelden en feitelijke informatie. Hun rol op een bestemming is indirect, maar de overredings kracht die zij hebben bij de keuze van toeristen van hun vakantie bestemming en de dominante positie die zij innemen op het gebied van informatie voorziening betekenen in de praktijk dat deze reisorganisaties een belangrijke invloed op een bestemming kunnen uitoefenen.

We hebben aan het begin gesteld, dat toeristen een onderdeel van een toeristen bestemming vormen en we moeten nu eens bekijken hoe toeristen een bestemming kunnen helpen vorm te geven – en hoe een bestemming toeristen kan beïnvloeden. Dit is nu precies de reflexieve benadering tot het toerisme, die daarbij ook moet dienen om meer inzicht te geven hoe duurzaamheids concepten ingevoerd kunnen worden en hoe de negatieve effecten van de aanwezigheid van toeristen verzacht kunnen worden.

De reflexieve benadering van het toerisme helpt ons een duidelijker beeld te krijgen hoe het toerisme werkt: de spil waar het toerisme omdraait is het moment, waarop een toerist een attractie beleeft; in andere woorden wanneer een toerist belevings caloriën opneemt (BelCal) uit een belevingsbron (Belbron). Dit is het moment waarop toerist en bestemming elkaar ontmoeten en de reden waarom een toerist daar naartoe wilde gaan. De reflexiviteit kan dan toegepast worden op de toerist en de bestemming en de wederzijdse invloeden die zij op elkaar uitoefenen.

Daarom brachten wij een verschil aan tussen de Belbronnen die speciaal voor toeristen ontwikkeld zijn (de hoofd- en nevenbelbronnen) en die belbronnen die een plaatselijke bevolking met de toeristen deelt, zoals het dagelijkse dorpsleven, bijvoorbeeld (de gedeelde en toevallige belbronnen). Dit onderscheid is belangrijk, daar deze laatste groep vaak de hoofdmoot van vakantie ervaringen oplevert en daarbij te maken heeft juist met het directe contact tussen toeristen aan de ene kant en de plaatselijke bevolking, hun huizen, hun cultuur en de landschappen in het algemeen aan de andere.

Als wij naar de Tourist Lifestyle Schaal kijken (zie http://www.tourismtheories.org/?cat=106&lang=nl ), dan zien we dat degenen die aan de rechterkant staan vooral hun ervaringen uit de hoofd- en nevenbelbronnen putten, terwijl degenen aan de linkerkant (alocentrische kant) het meest beleven bij de gedeelde belbronnen. In dit laatste geval hebben reisorganisatie dus veel minder invloed en de plaatselijke bronnen juist meer.

Dan is er dit punt dat toeristen onderdeel van een bestemming vormen, maar dit betekent dat we moet bezien hoe toeristen deze deelname kunnen benutten. Hoe kunnen toeristen helpen bij de besluitsvorming over de ontwikkeling van een bestemming, de “image” ervan en de beperkingen die vaak opgelegd moeten worden? Zijn de toeristen echte deelnemers (zoals men in het Engels zegt “stakeholders”)? Natuurlijk zijn zij dat.

Op een bestemming werken er vele plaatselijke mensen in het toerisme en een ieder van hen draagt op zijn eigen wijze aan het toerisme bij. Maar bij de toeristen ligt dit anders. Elke week zijn er weer andere toeristen en zelden zien we dezelfde gezichten een tweede keer verschijnen (de zogenaamde “herhalers” vormen een heel klein onderdeel van de toeristen). Met andere woorden wanneer we op een bestemming over de toeristen praten, denken we aan de gehele groep en niet aan individuele personen. Hoe kunnen we een hele groep van onbekende mensen bij een bestemming betrekken?

Allereerst moeten we een duidelijk verschil maken tussen reizigers in het algemeen en toeristen. Toeristen zijn reizigers die:

  1. naar een bestemming reizen zonder enige verplichting of dringende reden, met andere woorden als vrijetijds verdrijf;
  2. als hoofddoel hebben eigen behoeftes en verwachtingen te bevredigen (onafhankelijk van het feit of een toeristen bestemming deze behoeftes kan bevredigen);
  3. erop staan, dat hun bestemming enigszins aan hun behoeftes aangepast is; voor vele toeristen die aan de rechterkant van de Lyfe Style Schaal staan betekent dit doorgaans meer luxe te verlangen dan de mensen op de bestemming zelf kennen, terwijl degenen in het midden of aan de linkerkant van deze schaal vaak minder luxe en comfort verlangen dan ze zelf thuis gewend zijn.

De bekende Amerikaanse schrijver Paul Theroux voegde hier nog een vierde punt aan toe: Toeristen weten niet waar ze geweest zijn, terwijl reizigers niet weten waar ze naarttoe gaan.

Velen denken, dat toeristen bereikt kunnen worden via de reisorganisaties waar zij hun reis geboekt hebben, wat tot zekere hoogte waar is. Echter meer dan de heeft van de toeristen maken geen gebruik van reisorganisaties, waardoor we met het punt blijven zitten hoe toeristen als groep op een bestemming een zekere invloed kunnen uitoefenen.

Het uitgangspunt hier is, dat wanneer toeristen eenmaal besloten hebben waar ze met vakantie naartoe gaan zij niet alleen daar verwachtingen over creeëren, maar daarmee ook een belangstelling voor de bestemming en een belang erin ontwikkelen. Wanneer de vakantiekeuze gemaakt is, wordt de verkozen bestemming in een ander licht bezien. In algemene termen betekent dit, dat de toerist een zeker gevoel van maatschappelijk verantwoordelijkheid ontwikkelt, daarnaast ook een economische betrokkenheid (bijvoorbeeld door ervoor te zorgen zoveel mogelijk direct op de bestemming te betalen en niet vooraf aan reisorganisaties), ten derde kunnen toeristen een gevoel van solidariteit ontwikkelen en dan vooral met toekomstige generaties (hun eigen en die van de plaatselijke bevolking), ten vierde is er de verbondenheid met de bescherming van de biodiversiteit and tenslotte moeten we het respect jegens andere culturen noemen. Deze vijf niveau’s van belangstelling voor en belang in een bestemming zouden door de meeste toeristen in meerdere of mindere mate gedeeld moeten worden, wat vervolgens vertaald kan worden naar een gelijksoortig gedragspatroon onder toeristen, wat zich vervolgens op een bestemming openbaart als een homogenere groep mensen dan voorheen het geval was. Met andere woorden kunnen de hier genoemde vijf niveau’s voor een algemene noemer zorgen met betrekking tot het gedrag van toeristen op een zekere bestemming.

Deze vijf niveau’s hebben betrekking op de drie pilaren waar de duurzaamheids concepten op gebouwd zijn: de Planeet, Populatie en de Poen (“Planet, People, Profit”). In het geval van het economische aspect is dit duidelijk met de betrokkenheid die hierboven aangegeven was. Dan zijn er de elementen van solidariteit en verbondenheid die op de pilaar Planeet betrekking hebben, en het respect en de verantwoordelijkheid zijn verwoven met het concept van de plaatselijke bevolking.

Deze laatse twee niveau’s hebben de laatste jaren aan belang gewonnen door de toenemende mate, waarin mensen via internet zich groeperen en contact zoeken met mensen met soortgelijke motivaties. Het een en ander is nauw verbonden met de ontwikkeling van projecten zoals Facebook of Twitter en het maatschappelijk bewustzijn op wereld niveau wordt daardoor geprikkeld. Daarnaast is er ook het feit dat vooral via Internet de mensen dagelijks met natuurrampen geconfronteerd worden en verder bijna gebombardeerd worden met informatie over de opwarming van de aarde en het verlies aan biodiversiteit.

Op mijn website staat een artikel over informatie voorziening in het toerisme (zie http://www.tourismtheories.org/?cat=90&lang=nl ) waar ik drie informatie types noem die voor het toerisme van groot belang zijn: de feitelijke informatie, de doel gerichte informatie en de omschrijvende informatie. Echter vanwege de voornoemde veranderingen door de groeiende rol van Internet komt er een vierde type informatie opduiken, dat voor het toerisme van belang kan zijn: de sociale informatie als onderdeel van de zogenaamde Social Information Seeking (SIS). De afgelopen jaren is er een toenemend aantal websites waar mensen vragen kunnen stellen, die dan door willekeurige gebruikers beantwoord worden Een van de eerste voorbeelden was de pagina Answerbag en sindsdien zijn er vele bijgekomen, waarvan vermoedelijk Yahoo!Answers de populairste is.

Het idee hierachter komt met het Wiki concept overheen, waarvan Wikipedia het bekendste voorbeeld is. De vragen paginas bestaan uit vier niveau’s: er is een deel waar mensen vragen kunnen stellen, dan is er de mogelijkheid voor wie dan ook om die vragen te beantwoorden, ten derde is er de mogelijkheid, dat deze antwoorden geindexed worden en via zoekmachines weer tevoorschijn komen wanneer webgebruikers antwoorden zoeken op eerder gestelde vragen en tenslotte is er de gemeenschap die er rond de site ontstaat. Dit kan op wereldniveau, maar ook beperkt worden tot zekere groepen met een dezelfde interesse (gemeenschappen). De term gemeenschap is hier in de breedste betekenis van het woord gebruikt, en deze sites worden de cQA-sites genoemd. Sinds 2003 worden deze sites ontwikkeld en in aantal zijn ze snel toegenomen. Daarnaast is er ook nog de groeiende tendens dat mensen op Internet vragen stellen in plaats van zelf het antwoord proberen te vinden. Meer en meer mensen schijnen te denken: “Waarom zal ik tijd verspillen om een antwoord op te zoeken, wanneer ik via Internet de mensen kan bereiken die het antwoord weten?” Op Internet forums of andere communicatie platvormen ziet men ook deze tendens dat er steeds meer vragen gesteld worden.

Het potentieel voor het toerisme van de cQA sites is natuurlijk enorm en dit soort sites kunnen een link gaan vormen tussen toeristen en een bestemming of een plaatselijke bevolking. Daarnaast kunnen we zien hoe via steeds geavanceerdere Search Engine Optimization (SEO) technieken de (potentiële) toeristen steeds makkelijker antwoorden op de meest uiteenlopende vragen kunnen vinden en de rol van cQA sites in combinatie met zoekmachines vormen een hele interessante bron van sociale informatie inwinning.

Naast de groeiende rol van Internet ook in het sociale leven van de mensen, is er ook het niveau van de maatschappelijke verantwoordelijkheid waar de laatste jaren veel beweging in zit. In 2010 verklaarde de topman van Unilever Paul Polman (zie http://www.warc.com/LatestNews/News/Unilever%20finds%20%22purpose%22.news?ID=27928 ) “Tegenwoordig wordt het concept waarde steeds meer geassocieerd met producten die tonen dat zij sociaal verantwoordelijk zijn. …..Een geslaagd product moet winst opleveren, maar moet ook een stuk maatschappelijk bewust zijn tonen… Elk merk moet een sociale missie hebben en de consument moet een integraal deel vormen bij het vaststellen van die missie.”

Het is uiteraard interessant te zien hoe op wereld niveau concepten zoals de maatschappelijke verantwoordelijkheid aan belang aan het winnen zijn, terwijl bij de zuivere economische beweegredenen juist vraagtekens geplaatst worden.

Tot nu toe was informatie voorziening een van de sterkste troefkaarten die reisorganisties in handen hadden, maar deze dominerende rol begint nu te verminderen. Tour Operators controleerden altijd een groot deel van de informatie kanalen van een bestemming en namen de beslissingen wat de beeldvorming van een plaats betreft. Tesamen met het economisch gewicht dat altijd op verkoops volume gestoeld was, speelden Tour Operators een dominerende rol op vele bestemmingen. Echter onder invloed van de vele Internet ontwikkelingen zoals hierboven beschreven kunnen we zien, dat die rol niet noodzakelijkerwijs meer zo dominerend is en dat niet alleen de toerist zelf tegenwoordig mondiger wordt en gehoord wil worden, maar dat men op een bestemming ook meer mogelijkheden krijgt om zelf beslissingen te nemen, die gericht zijn op een duurzame ontwikkeling en daarbij niet alleen op economische overwegingen steunen.

Door de toeristen in het centrum te plaatsen van het toerisme in combinatie met de verschillende soorten belbronnen is een benadering die overeenkomt met het oorspronkelijke karakter van het toerisme en van het reizen in het algemeen: het sociaal-psychologische aspect. Niet tot de jaren zeventig is het toerisme omgeturnd van een hoofdzakelijke sociale activiteit tot een economische, waarbij reisorganisaties producenten werden, de belbronnen de producten, die aan klanten verkocht werden: de toeristen. Echter is het tegenwoodig onder druk van Internet ontwikkelingen en de noodzakelijke stappen op het gebied van een duurzame ontwikkeling niet meer houdbaar om deze zuiver economische benadering nog langer te handhaven.

Geef een reactie


− 9 = 0