Al lang verkeert het vakantietoerisme in de greep van het economisch denken en sociologisch onderzoek. Op deze website wordt een gebalanceerder inzicht aangehouden: de toeristen zelf en hun ontmoeting met hun vakantiebestemming. De toeristen nemen wat hen aangereikt wordt en gebruiken dit voor hun eigen doeleinden; het zijn deze doeleinden die ons het meest interesseren en meer dan 25 artikelen op deze website gaan daar nu juist over: het toerisme van de toeristen.

Onder het hoofdje "Toerisme" is een nieuw artikel van mij toegevoegd over Klimaatsverandering (Juli 2020).

In februari 2020 heb ik een nieuw artikel toegevoegd in de rubriek "Toerisme" getiteld "Fenomenologie en het Toerisme".

Toerist (1)

Topic: Informatie (1)

Return to Topics

Informatie en het Toerisme

INFORMATIE EN HET TOERISME

Inleiding

     De belangrijkste karakteristiek van een toeristische attractie ligt in het feit dat het op de plaats van bestemming geconsumeerd wordt en niet bij de toerist thuis. Hieruit vloeit voort dat er gereisd moet worden om bij die attractie te komen en daarmee is de grondslag gelegd voor wat men toerisme noemt. De bestemming in het toerisme kan vele vormen aannemen en kan een strandbestemming zijn, een museum, een natuurpark of een rivier waar je goed kunt vissen. De reiziger, oftewel de toerist, reist daar naar toe om het aldaar te ‘consumeren’.

     Het sublime moment in het toerisme is het ogenblik waarop de toerist iets begint te beleven, oftewel wanneer hij of zij bezig is belevingscaloriën (BelCal) op te nemen via de zintuigen. De opname en verwerking van BelCal leidt tot een ervaring en dat is nu juist waar de toerist op uit is. De toerist wil een ervaring op doen en dat kan alleen, doordat de toerist zelf zijn zintuigen gebruikt en van buitenaf BelCal opneemt en die tot een innerlijke ervaring verwerkt. In wezen betaalt de toerist dus voor de mogelijkheid om BelCal op te nemen.

     De opname van BelCal en de verwerking ervan tot reiservaringen vindt onder andere plaats door de interventie in ons brein van onze referentiekaders, ons vast cultuurgoed en ons associatief vermogen. BelCal opname kan al beginnen op het moment, dat het reizen begint, met andere woorden als we de huisdeur achter ons dicht trekken. BelCal kunnen worden opgenomen gedurende de reis, bij aankomst op de bestemming, waar vaak al nieuwe dingen te beleven zijn (ook wel de nevenattracties of Nevenbelbronnen genoemd) en tenslotte bij de Hoofd Belevingsbron (Hoofdbelbron), waarvoor men speciaal naar die bestemming gekomen is. Daarnaast zijn er de normale zaken van de bevolking op een bestemming, die een belbron voor toeristen kunnen vormen, de zogenaamde Gedeelde Belbronnen. Dan zijn er tenslotte de toevallige voorvallen of incidenten, die onder het hoofdje Toevallige Belbronnen vallen (ongelukken vallen hier ook onder). Om dit allemaal mogelijk te maken houden vele organisaties en instanties zich bezig met de reclame en verkoop van ‘mogelijke ervaringen’ (ook wel toeristische producten genoemd), zoals reisbureau’s, internet reisorganisaties, reisgidsen, etc. In het kort bestaat het toerisme uit een groot aantal mensen, organisaties, hotels en andere gebouwen, attracties, vervoersmiddelen en nog vele andere zaken, die met elkaar een ingewikkeld patroon van netwerken en relaties vormen. De toerist zelf maakt daar ook deel van uit.

     Het toerisme bevat derhalve een aantal verplichte onderdelen, zoals overnachtingen (minimaal 1 nacht, maximaal 1 jaar) en mobiliteit. Het gegeven van overnachtingen is een algemeen geaccepteerd onderdeel, maar is arbitrair. Het punt van de mobiliteit is een onlosmakelijk onderdeel van het toerisme, want om toerist te zijn moet je naar een plaats reizen, die anders is dan de thuis omgeving, want anders hebben we het niet over toerisme. Reizen is dus een verplicht onderdeel van het toerisme. Daarnaast is het reizen van de toerist op geheel vrijwillige basis – we raken hier het punt, wat onder andere het verschil is tussen een reiziger en een toerist.

     Er is nog een derde verplicht onderdeel: om dezelfde reden kunnen we stellen, dat informatie voorziening ook een onlosmakelijk deel van het toerisme vormt, juist daar de toerist ergens naar toe gaat wat bij hem enigszins of geheel onbekend is. De toerist moet zich wel op de hoogte stellen van de plaats, waar hij naartoe gaat en alleen de beslissing zelf al wat de vakantiebestemming gaat worden is gebaseerd op informatie. Men kan enthousiaste verhalen van de buurman gehoord hebben of mooie natuurfilms op de televisie gezien hebben, die aanleiding kunnen geven om naar een zekere bestemming met vakantie te gaan. Reisbrochures, televisieprogramma’s of een roman, die zich in een ander land afspeelt, kunnen allemaal bronnen vormen niet alleen voor de vakantie keuze, maar ook voor de verdere informatie over die bestemming. Onafhankelijk van het feit of de toerist gewoon in zijn eentje op de fiets stapt en met een tentje achterop een weekje rondtrekt, of dat hij bij een reisorganisatie een volledig arrangement boekt, informatie voorziening is van vitaal belang en vormt als dusdanig een onlosmakelijk deel van het gehele samenspel van netwerken, dat het toerisme uitmaakt.

Informatie

     Het concept informatie is heel ruim van toepassing en wordt in vele wetenschappen op hun eigen manier gebruikt (computer wetenschappen, filosofie, wiskunde, etc.). In het algemeen kunnen we stellen, dat informatie een of meerdere gegevens bevat, die voor iemand van een of ander nut zijn. Met andere woorden hebben we het over zinvolle gegevens. De term ‘gegeven’ is ook weer een begrip dat voor allerlei interpretaties openstaat, maar we houden het hier op de definitie betreffende “vermeende feiten aangaande een zeker verschil of gebrek aan continuïteit binnen dezelfde context”. Een gegeven op zichzelf is nog geen informatie, maar wordt het wel indien dit gegeven bij de ontvanger een speciale betekenis heeft. Een telefoonnummer op zich zelf is slechts een gegeven; het wordt informatie indien de ontvanger over de kennis beschikt hoe hij een nummer in moet toetsen, of er nog een nul voor komt of niet, wie hij met dat nummer kan bereiken etc. Indien iemand dit niet weet of niet over een telefoon beschikt, blijft het betreffende telefoonnummer slechts een los gegeven.

     Alles wat ons omringt of wat er gebeurt is een mogelijke bron voor informatie en het hangt ervan af, of er een specifieke reden is een zekere gebeurtenis of feit uit zijn context te halen en aan iemand te presenteren, die daar geïnteresseerd in kan zijn. Een toerist wordt opgeschrikt door een Blauwe Kiekendief die plotseling opvliegt; dit kan interessante informatie zijn voor een vogelspecialist, maar de gemiddelde stadsbewoner zal het niet veel kunnen schelen.

     Indien de ontvanger de ontvangen informatie weet te interpreteren en assimileren, dan wordt de informatie omgezet in kennis. In dat geval heeft de informatie dus instructieve waarde. Daarnaast is er de informatie die geheel op gegevens gericht is en deze kunnen waar of onwaar zijn. In dit laatste geval onderscheiden we de opzettelijke onware informatie, wat tot een leugen kan leiden, of de onopzettelijke (misinformatie).

     Een verzameling informatie die met een bepaald doel overgedragen wordt, kan een ‘boodschap’ genoemd worden. Een boodschap kan dus op allerlei niveau’s informatie bevatten. Echter, zo lang we geen betekenins aan informatie kunnen geven, daar die bijvoorbeeld in een andere taal gesteld is, dan kan de informatie dus niet overgedragen worden en is er voor de ontvanger niet van informatie sprake. Informatie is dus een subjectief begrip.

     Van de problemen die kunnen opduiken bij de vormen, waarin informatie de ontvanger bereikt, willen we hier nog een hele specifieke noemen: ruis. Externe ruis kan informatie overdracht verstoren door lawaai overlast, bijvoorbeeld. Interne ruis wordt veroorzaakt, wanneer de ontvanger niet goed luistert, daar hij ergens anders met zijn gedachte is. Het woord ruis passen we niet toe als informatie in een formaat is gesteld dat de ontvanger niet kan begrijpen. Echter wel, indien informatie doorgegeven wordt via een serie ontvangers/zenders, waardoor er vervorming kan optreden wat betreft de oorspronkelijke informatie; met andere woorden als we het over vierde-hands informatie hebben.

     Om het punt van wat we met informatie bedoelen verder af te ronden, kunnen we binnen informatie zelf verschillende componenten onderscheiden. Iedere informatie bevat een:

Pragmatisch niveau: het doel van de communicatie of de intentie die er achter ligt;

Semantisch niveau: de betekenis van de boodschap of inhoud;

Syntaxis: dit is weer een ander niveau en heeft betrekking op de vorm en of die correct en begrijpelijk is of niet;

Empirisch niveau: heeft betrekking op de fysieke karakteristieken van een boodschap. Onder andere heeft dit betrekking op de zogenaamde communicatie kanalen, waarvan we er drie kunnen onderscheiden:

4.1 De zintuigelijke kanalen: zicht, gehoor, reuk etc.

4.2 De mechanische kanalen: pen, schrijfmachine of drukpers

4.3 De electronische kanalen: computer, telefoon, televisie etc.

     Als laatste opmerking moet nog vermeld worden, dat informatie niet alleen voor mensen is en ook niet alleen door mensen gegenereerd wordt. In ons computer tijdperk is er een intensief verkeer tussen computers zonder enige menselijke inmenging, zolang de verschillende systemen maar op elkaar afgestemd zijn (‘compatible’). Ook in de natuur door geuren en kleuren geven planten informatie af en zo zijn er nog vele andere voorbeelden van informatie, waar de mens niet bij betrokken is.

Informatie en toeristische netwerken

     In het specifieke geval van het toerisme is er ook van vele vormen van informatie sprake, waarbij we het geval gaan bekijken van de toerist zelf. Deze moet eerst gaan kijken waar hij met vakantie naar toe wil en wat voor soort vakantie hij wil hebben. Hiervoor heeft hij informatie nodig. Als hij eenmaal weet waar hij naar toe wil, moet er informatie komen over de detailles van de plaats waar hij naartoe gaat: informatie over hotels, transport en wat er zo al te doen is. En eenmaal op de plaats van bestemming kunnen allerlei plaatselijke infobronnen aangeboord worden om nog zaken te regelen en om specifieke informatie te krijgen over hoe ergens te komen, wat mee te nemen etc. Het toerisme is ondenkbaar zonder dat er op allerlei niveau’s informatie uitgeleverd wordt, want dit betreft niet alleen de toerist, maar ook bijvoorbeeld de Tour Operators, die informatie over hotels nodig hebben of over vluchtgegevens willen beschikken.

     Er zijn vele zogenaamde identiteiten actief in het toerisme en dan denken we aan mensen, zoals toeristen, hotelpersoneel, ‘airtraffic controllers’ of buschauffeurs, maar in even grote mate zijn er vele dingen actief, zoals hotels, vliegtuigen, bussen, watervallen of landschappen. Het feit, dat een toerist ergens aankomt en ergens van staat te genieten (een indrukwekkende gletscher bijvoorbeeld) heeft betekend, dat vele van die zogenaamde identiteiten actief geweest zijn om de toerist te helpen op die plaats te komen. Deze identiteiten moeten vaak samenwerken, zoals de Tour Operator die een hotel reserveert voor de toerist, of een transportbedrijf, dat moet weten, hoe laat bij welk hotel welke toeristen opgehaald moeten worden. Deze samenwerkings verbanden worden ook wel netwerken genoemd, en het is dit samenspel binnen een netwerk en tussen netwerken, dat leven geeft aan het begrip toerisme. Men moet hierbij wel heel duidelijk voor ogen houden, dat het samenspel tussen netwerken en er binnen niet alleen een zaak van het toerisme is: het leven zit vol netwerken op allerlei niveau’s. Vaak realiseren we ons niet hoeveel netwerken er wel om ons heen bestaan. Een plotseling voorval, zoals het kwijt raken van een paspoort, kan dan duidelijk maken, dat de ambassade weer een netwerk is – verbonden met vele andere – dat er een paspoort foto nodig is, wat andere netwerken betreft of dat er een politie verklaring moet komen, waar weer hele andere netwerken in het spel komen.

     Samenwerking en communicatie tussen identiteiten zijn de basis ingrediënten van een netwerk. Dit kan op vele niveau’s en kan als zender of als ontvanger zijn. In die zin zijn ‘dingen’ in de algemene zin van het woord ook comunicadoren, alhoewel ze vaak alleen aan het ontvangende einde staan. Wat een netwerk tot leven brengt zijn de acties en inbreng van de verschillende identiteiten. Een restaurant levert maaltijden, een bar de drank en een hotel de overnachting. Dat zijn de zaken of ‘services’ die een identiteit met de andere verbindt en de kristalisering is van de verbanden, die er tussen identiteiten en netwerken bestaan. Wij noemen dit hier de schakels in een netwerk, alhoewel dit woord meer op het verband zou duiden, maar wij hier met schakel de dingen, zaken of services zelf bedoelen. Andere voorbeelden hiervan zijn Credit Cards, paspoorten, geld, gidsen, transport etc. Het betreft allemaal zaken en personen, die een verbinding vormen tussen de verschillende identiteiten van een netwerk en tussen netwerken, die op hun beurt weer tot doel hebben een toerist te helpen op een gegeven moment van die bepaalde gletscher te genieten. Hierbij moge men verder nooit vergeten, dat het altijd de vrijwillige keuze van de toerist betreft in hoeverre hij onderdeel van een netwerk wil zijn en in hoeverre de schakels vervolgens voor hem van toepassing zijn op wat hij wil.

     Bij deze schakels kunnen we nog een belangrijke noemen: de specifieke informatie, waar de toerist specifiek om vraagt: de prijs ergens van, de vertrek- of aankomsttijd van zeker transport, de locatie van een identiteit, welk soort schoenen de toerist aan moet hebben, of een wegwijzer bij een kruising. Verder betreft het hier informatie die voor iedereen bedoeld is en niet alleen voor toeristen, maar wel een duidelijke doelgroep heeft. Voor een bepaalde bestemming wil een toerist vermoedelijk niets weten over de fiscale voordelen bij het midden- en kleinbedrijf, terwijl de gemiddelde investeerder het niet veel zal kunnen schelen hoeveel staanplaatsen de lokale camping heeft.

free parking eng

Een slordig gevervd bordje met “Free Parking”. Dit is feitelijke informatie, maar tegelijkertijd op pragmatisch niveau speelt de wens dat toeristen stoppen om iets in het potten stalletje te kopen.

     Er zijn vele identiteiten, die zich bezig houden met juist dat: het leveren van specifieke informatie gebaseerd op simpele gegevens voor een duidelijke doelgroep (gebruikers). We noemen dit de hier verder de feitelijke informatie.

     Daarnaast heeft de toerist ook met hele andere vormen van informatie te maken. Allereerst de informatie, waar de toerist niet specifiek om vraagt, maar hem wordt aangeboden: reisbrochures, internet sites van Tour Operators, reclame in kranten of tijdschriften etc. Deze informatie voorziening vormt onderdeel van identiteiten, die netwerk verbanden onderhouden en die de toerist daarbij willen betrekken; met andere woorden bieden zij hun diensten aan. Deze informatie is doel gericht en de betreffende boodschap is specifiek op de toeristen gericht en betreft beeldvorming over een bestemming. Deze informatie vormt geen onderdeel binnen een netwerk en speelt ook geen rol als schakel. Wij noemen dit de resultaat gerichte informatie.

     Een Belgische Tour Operator omschreef de actieve vulkaan Arenal in Costa Rica op de volgende wijze: “’s Avonds ziet u, vanop een veilige afstandje, gloeiende lavablokken naar beneden rollen. Een onvergetelijk schouwspel. Vuurvliegjes dansen boven de lavastromen, iedereen is muisstil. In de verte hoor je het geraas en gedonder van de lava onder een fonkelende sterrenhemel”. Uiteraard is hierbij het probleem, dat zeker de helft van de tijd deze vulkaan in de wolken zit en men helaas niets kan waarnemen. Daarbij wordt er zo sterk aan een sfeerplaatje gewerkt, dat het inhouds gehalte hieraan opgeofferd werd (vuurvliegjes houden het niet lang vol boven een lava stroom te dansen). De hiergenoemde beschrijving mengt de resultaat gerichte informatie met het volgende, derde, type informatie.

respons nl

Doel gerichte informatie in de vorm van een foto: de sugestie dat er iets moois te zien is en tegelijkertijd de mensen het gevoel geven daar ook te willen staan om die zeldzame vogel te spotten.

     Deze derde soort informatie heeft te maken met de sfeer, kleuren en geuren van een plaats. We denken aan de overdracht van de indrukken die vrienden, kennissen, collega’s of familieleden opgedaan hebben, indrukken van natuur- en reisfilms op de televisie bijvoorbeeld, romans die zich in andere landen afspelen of artikelen in kranten en tijdschriften. Deze bronnen bevinden zich in de omgeving van de toerist en deze kan hier gebruik van maken of niet. Het kan ook de achtergrond van een of andere nieuwsflits betreffen; ook een modereportage in een tijdschift kan als decor een zekere bestemming hebben, wat op zijn beurt weer door de lezer opgenomen wordt en op een of andere wijze in het geheugen bewaard wordt. De informatie die hieruit valt te destilleren door de toerist hangt af van zijn referentiekaders, als ook hoe de toerist de aard van de bron inschat (de opinie van een vriend hoeft niet altijd serieus genomen te worden – of juist wel). Deze infobronnen zijn niet noodzakelijkerwijs op het toerisme gericht en zijn afhankelijk van de dispositie van de toerist. Wij noemen deze bronnen hier de omschrijvende informatie.

     Deze drie informatie vormen hebben dus ieder hun eigen uitgangspunt en hun eigen reden van bestaan. De feitelijke informatie moet door de toerist zelf doorgaans opgespoord worden, terwijl de resultaat gerichte informatie juist naar de toerist toekomt; vervolgens zweeft de omschrijvende informatie in de omgeving van de toerist rond, die er gebruik van kan maken of niet. Deze drie vormen zijn alle drie anders en dat houdt in dat op het moment, dat deze door elkaar gaan lopen, er problemen kunnen ontstaan voor de ontvanger.

     Wanneer een toerist besloten heeft met vakantie naar China te gaan, kan hij bij een Tour Operator of reiswinkel aankloppen om informatie te krijgen over vluchten, volledig verzorgde arrangementen of alleen hotel info. Nu komen we in een wat ingewikkelder terrein terecht, want dit mag dan zo simpel klinken, de informatie die de tourist van de reisagent krijgt is ingewikkeld van structuur. De toerist wil vaak feitelijke informatie en daarbij vermoedelijk ook wat omschrijvende, maar wat hij krijgt is allereerst resultaat gerichte informatie. De reisagent kan aangeven dat er op een bepaalde dag maar één mogelijke vlucht naar Peking is tegen een zekere prijs. Dit is feitelijke informatie. Het zou echter zo kunnen zijn, dat er wel degelijk meerdere vluchten zijn ook van andere luchtvaartmaatschappijen, maar dat om commerciële redenen het niet interessant voor de reisagent is om die andere vluchten aan te bieden. Het lijkt in dit geval dus op feitelijke informatie, maar het is dus resultaat gerichte informatie – in een ander jasje gestoken.

     Het moge duidelijk zijn dat de een niet veel kan afwijken van de ander, daar zeker tegenwoordig via internet het steeds makkelijker wordt het een en ander te verifiëren, maar de drie informatie bronnen zijn niet hetzelfde. De toerist moet in dit geval er achter zien te komen wat wat is.

     Laten we een ander geval bekijken: een toerist leest een wetenschappelijk artikel op internet over slangen. We nemen aan, dat dit artikel zeer interessant kan zijn voor een bioloog, maar de gemiddelde toerist kan er volslagen verkeerde conclusies uittrekken, zoals dat hij nooit meer van zijn leven naar een tropisch gebied met vakantie durft te gaan. Wat een feitelijke infobron voor de één is, kan omschrijvende informatie voor een ander betekenen, met verkeerde conclusies vandien.

     Reisgidsen, zoals de Lonely Planet of een van de vele varianten erop, leveren doorgaans goede feitelijke informatie. Echter op het gebied van de omschrijvende informatie kunnen we er een vraagteken bij plaatsen, daar in bijna alle gevallen deze reisgidsen geschreven zijn door iemand die niet in het beschreven land woont, maar in het land van herkomst van de toerist. De omschrijvende waarde (indrukken onder andere) worden door de ogen van iemand van het land van herkomst van de toerist beschreven; op deze manier zal de toerist inderdaad makkelijker die dingen herkennen die al in zijn eigen taal en denktrant voorgespiegeld waren, maar dit belet de toerist zich onafhankelijk op te stellen en zich te openen voor nieuwe indrukken en nieuwe vormen om dingen te aanschouwen. Daarnaast kunnen reisgidsen ook “lijden” aan verborgen resultaat gerichte informatie door het aanprijzen van een plaats waar een bevriend hotelier zit, bijvoorbeeld.

     De drie hier genoemde gevallen tonen problemen op het pragmatisch niveau van de informatie, met andere woorden de onderliggende gedachte of intentie. Vaak is het moeilijk voor een toerist in te schatten wat de drijfveren achter de informatie zijn.

     Daarnaast kunnen er ook moeilijkheden ontstaan op semantisch niveau. Vaak hebben we dan te maken met interpretaties en dat men snel denkt wat men verwacht, maar in andere delen van de wereld heel anders kan zijn. We hebben het geval van de globaliserende termen, zoals het ‘groene seizoen’, ‘tropische stranden’ of ‘Caraïbische atmosfeer’; ieder kan naar eigen goeddunken deze ‘universele’ begrippen invullen en mensen van andere landen zullen dat weer op hun eigen manier doen. Een ander voobeeld is het tijdsbesef, wat tussen landen kan verschillen. Bij ‘straks’ of ‘zo dadelijk’ (‘ahorita’in het Spaans) denken de meeste westerlingen aan maximaal een kwartiertje, terwijl in Midden Amerika dit makkelijk 2 uur kan betekenen. Een ander voorbeeld van culturele verschillen, die op een semantisch niveau een vertekening kunnen weergeven, is wat luxueus of comfortabel geacht wordt te zijn. De standaard tussen landen kan aanzienlijk verschillen en de toerist moet daar rekening mee houden.

    De problemen die zich op het niveau van de syntaxis voordoen, hebben allereerst met taal te maken, die gewoon een andere taal kan zijn, waardoor het niet of nauwelijks meer begrijpelijke informatie voor de toerist is, of simpelweg het gebruik van buitenlandse woorden. Bij de omschrijving van een strand in Spanje kan men misschien lezen:”….en vandaag heerlijk de hele dag op de ‘playa’ doorbrengen…..” Indien een toerist niet weet dat dit het Spaanse woord voor ‘strand’ is (hier gebruikt als sfeer beschrijving in het geval van Resultaat Gerichte Informatie) en misschien aan het Engelse ‘ denkt, dan kunnen er misverstanden ontstaan.

     Er is bij de syntaxis nog een probleem wat vaker de kop opsteekt: onzekerheid of informatie in kilometers of mijlen gesteld is, Celsius of Fahrenheit, in Euro’s of in Dollars.

     En tenslotte is er het empirisch niveau, waarbij het enige probleem gebied is of een toerist bijvoorbeeld toegang heeft tot internet of niet en of systemen ‘compatible’ zijn. Vooral gedurende een vakantie kan dit moeilijk zijn en de toerist kan daardoor geen toegang tot informatie hebben of slechts op gebrekkige wijze. Hierbij moet ook aangetekend worden dat gebrekkige connecties (ook gsm bijvoorbeeld) in eerste instantie tot ruis leiden, wat dan als gevolg gebrekkige of misleidende informatie kan opleveren.

     De belbronnen en de verschillende types informatie hebben ieder weer andere toepassingen, afhankelijk van het soort vakantie een toerist wil. Groepsreizen of individueel, avontuurlijk of ‘relax’ zijn allemaal opties die de toerist heeft. Laten we eens vier gevallen bekijken:

Resorttoerisme:

     De hoofdbelbron is doorgaans het resort zelf. Er zijn een paar eenvoudige en makkelijk herkenbare nevenbronnen bij (spa, paardrijden op het strand of een minigolf om maar wat te noemen). De toerist kan niet of nauwelijks het complex verlaten, wat betekent, dat er weinig plaatselijke indrukken opgedaan worden en er zo goed als geen contact met de plaatselijke bevolking is; met andere woorden worden er geen nieuwe ervaring opgedaan op basis van de gedeelde belbronnen, terwijl ook de toevallige belbronnen zich nauwelijks zullen presenteren. Ook via het personeel van het resorthotel kan men weinig authentieks verwachten, daar doorgaans het overgrote deel van dit personeel niet uit die zone komt. In vele gevallen worden dit soort vakanties via reisagenten geboekt, wat inhoudt dat de toerist bij het boeken deel gaat uitmaken van een serie netwerken van personen en zaken, die ervoor moeten zorgen, dat hij op het juiste moment op de juist plaats komt.

     De informatie, die een toerist naar alle waarschijnlijkheid voor zo’n vakantie gebruikt, bestaat uit relatief weinig feitelijke informatie, behalve dan de standaard zaken, zoals vluchtdetailles, valuta, electriciteit, extra kosten, klimaat etc. De resultaat gerichte informatie vormt doorgaans de hoofdmoot en de reden, waarom de toerist zo’n vakantie boekt. Het gaat dan om beelden van ontspanning, luxe en comfort, lekker eten, activiteiten voor kinderen, grote zwembaden en nevenbelbronnen met nadruk op een zorgeloos karakter van de vakantie. Doorgaans worden ook sociale elementen met medereizigers benadrukt. De omschrijvende info moet dan verder het droombeeld invullen van een paradijselijk strandje, tropische tuinen, perfect klimaat. We kunnen hier overigens ook het geval noemen van de Cruise schepen, waar hetzelfde op van toepassing is.

Groepsreizen (comfortabel)

     Dit soort reizen doen doorgaans een paar zeer bekende hoofdbelbronnen aan (“highlights”) en geven verder de optie om nevenbelbronnen te bezoeken. De hotels zijn redelijk comfortabel, wat vaak inhoudt, dat het personeel van buitenaf aangetrokken wordt. Het aantal gedeelde belbronnen is beperkt, maar zijn er wel. Men rijdt elke dag door het landschap en onderweg kan er gestopt worden. Er is ook een tendens dat Tour Operators schooltjes bezoeken of zelfs thuis bezoeken organiseren juist om de opname van BelCal uit de gedeelde belbronnen wat hoger te maken.

     De feitelijke informatie waar de gemiddelde toerist om vraagt zal standaard zijn, temeer daar men in een groep reist en er minder druk is om van tevoren al allerlei dingen te weten te komen; waarom zou men, als men met een ervaren reisleider rondreist.

     De resultaat gerichte informatie speelt een hele grote rol, daar de groepsreizen in bijna alle gevallen door reisorganisaties geregeld zijn. Deze organisaties vormen onderdeel van een serie netwerken met plaatselijke agenten op de bestemming, hotels, transportbedrijven etc. De omschrijvende informatie zal een rol bij de keuze van de vakantie bestemming gespeeld hebben en kan van alle mogelijke kanten gekomen zijn. Toch zal de invloed van dit soort informatie maar matig zijn, daar een groepsreis toch al inhoudt, dat men eerder op de medepassagier gericht is, dan op de mogelijkheid wat “couleur locale” op te snuiven.

Fit – Huurauto

     Afhankelijk van wat de toerist zelf wil zal zijn vakantie over een aantal hoofd- en nevenbelbronnen bestaan. Daarnaast zijn er uiteraard de gedeelde belbronnen, daar hij elke dag in zijn auto door het land trekt. De incidentele belbronnen (en we hopen uiteraard de positieve….) vormen ook een belangrijk onderdeel voor mogelijke ervaringen, hoewel dit van de toerist zelf afhangt in hoeverre hij daar open voor staat.

     De feitelijk informatie speelt een hele grote rol, want de toerist moet zelf zijn weg in het land zien te vinden. Niet alleen de algemene informatie over een land is belangrijk, juist ook de specifieke. Men is tenslotte op zichzelf aangewezen.

     De resultaat gerichte informatie hangt erg af in hoeverre een toerist het een en ander van tevoren bij een reisorganisatie gereserveerd heeft. Vaak bestuderen de toekomstige toeristen wel resultaat gerichte informatie om zich een idee te vormen van wat er in een land allemaal te beleven is. Tenslotte is de omschrijvende informatie belangrijk voor dit soort toeristen, daar de beeldvorming niet alleen de grote toeristische attracties betreft, maar juist ook de zaken van de plaatselijke bevolking, daar men al rondrijdend er voortdurend mee te maken krijgt.

Individueel Rugzak toerisme

     Dit is een totaal ander soort toerisme. Hoofd- en nevenbelbronnen worden genegeerd – bijna uit principe. Deze toeristen laten zich allereerst door de toevallige belbronnen leiden en putten natuurlijk ook uit de gedeelde belbronnen.

     Feitelijke informatie speelt een hele grote rol en deze wordt hoofdzakelijk op de bestemming zelf ingewonnen. Resultaat gerichte informatie is zo goed als nihil in dit geval, terwijl de omschrijvende informatie wel enigszins een rol speelt bij de keuze van waar men naartoe wil gaan. Het sfeertje op een zekere plaats speelt bij deze toeristen een belangrijke rol, als ook de sociale contacten (ook als mogelijke infobron van feitelijke informatie).

Informatie en verwachtingen

     Bij het uitzoeken wat men met de vakantie wil doen worden er verwachtingen gesteld, die beetje bij beetje verder met informatie gevoed worden over de vakantie bestemming zelf, de belbronnen, de hotels of de vervoers mogelijkheden. Afhankelijk van hoeveel tijd iemand aan de voorpret van zijn vakantie besteedt, wordt er een beeld opgebouwd van hoe de vakantie eruit moet gaan zien. Daarbij willen veel toeristen de zekerheid hebben, dat ze alles wat bezienswaardig is, ook te zien krijgen.

     De toerist komt niet op zijn vakantie bestemming aan als een ongeschreven blad papier. Integendeel. Het zijn niet alleen de eigen referentiekaders en de culturele en sociale gedragspatronen, die de toerist met zich mee sjouwt, vele van deze zaken waren van tevoren gevoed met materiaal van resultaat gerichte informatie. Het ongeschreven blad was allang vol gekrabbeld met opmerkingen, visies, opinies, beelden en opvattingen.

     Het vooraf bestuderen van (toeristische) informatie zal de toerist een bepaald verwachtingspatroon geven. Verwachtingen zijn gebaseerd op beeldvorming en een beeld op zijn beurt is een vereenvoudiging van de werkelijkheid. Deze laatste is doorgaans zeer complex en valt daardoor niet in één beeld samen te vatten. Bij de resultaat gerichte informatie worden beelden aangedragen, die op een selectie gebaseerd zijn om zo een indruk van de werkelijkheid te geven. In dat beeld wordt iets (een belbron bijvoorbeeld) gereduceerd tot het meest kenmerkende ervan. De toegepaste selectie moet een doel hebben. Deze selectie resulteert dus in een imago of beeld, dat moet aansluiten bij een doelgroep. Echter dit imago moet ook aansluiten bij de werkelijkheid. Het imago of beeld creëert een verwachtingspatroon, dat op zijn beurt vervuld moet worden om teleurstellingen bij de toerist te voorkomen.

     Beelden kunnen onderverdeeld worden in materiële beelden, zoals foto of film materiaal, reisgidsen, websites etc. en daarnaast ook in mentale beelden, die weer direct betrekking hebben op referentiekaders en eerder opgedane ervaringen. Resultaat gericht informatie speelt allereerst in op materiële beeldvorming, terwijl de mentale beelden vaak uit de omschrijvende informatie gevormd worden. Toeristen bouwen dus aan de ene kant een zekere kennis op over een bestemming (materiële beeldvorming, hoofdzakelijk feitelijke en resultaat gerichte informatie) en anderzijds heeft de toerist er zekere associaties over (mentale beelden, omschrijvende informatie).

 

ganghes nl

Omschrijvende informatie in de vorm van een foto: de bevolking van India bij de rivier Ganghes als omschrijvend mentaal beeld van het leven in India.

     De interne bronnen kunnen heel verschillend zijn en uit vele verschillende kanten komen. Als een toerist aan Patagonia in Argentinië denkt, kunnen er beelden in zijn geheugen oprijzen van foto’s van penguins of gletshers, indrukken van Paul Theroux’s boek De Patagonië Express of van een autorally, waar men op de televisie wat van gezien heeft. Van vele kanten kan er in een geheugen materiaal over een plaats binnengedrongen zijn en wanneer opeens onze interesse voor een plaats geprikkeld wordt, harkt het geheugen uit alle hoeken beschikbaar materiaal bij elkaar. We hebben dan te maken met de eerste fase van de verwachtingen voor een vakantie.

     Een interessant fenomeen is de wisselwerking tussen wat een toerist zelf wil zien, wat hem voorgehouden wordt dat hij zou moeten zien en wat de werkelijkheid te bieden heeft. In deze context is er de term “tourist gaze” ontwikkeld (Urry 1990). Er ontstaat een dominante blikrichting of we kunnen dit begrip ook aanduiden met de term ‘vooringenomen blik’. Het gaat hier om de manier, waarop een belbron bijvoorbeeld belicht wordt (selectie en vereenvoudiging van beelden) in combinatie met de manier, waarop een toerist de belbron beschouwt. Deze ‘tourits gaze’ kan op globaliserende begrippen inspelen (Caraïbische atmosfeer, paradijselijk strandje etc.) of een heel andere invalshoek uitkiezen, zoals een historische, cultureel of natuur gerichte benadering. Echter is de’gaze’ nooit gericht op het alledaagse, daar een toerist dat nu juist niet wil.

     De ‘tourist gaze’ nodigt toeristen uit op een bepaalde manier naar iets te kijken; met andere woorden gaat het hier om een symbolische transformatie van een object of fenomeen met een duidelijke gerichtheid. Degenen die uitnodigen zijn de instanties, die in een of meerdere toeristische netwerken opgenomen zijn. Dit kan een Tour Operator zijn of een plaatselijk verkeersbureau. Identiteiten die toeristen in hun netwerk willen opnemen, nodigen de toeristen uit met een zekere blik naar mogelijke belbronnen te kijken, aannemend, dat die blik overeenkomt met wat die toerist vermoedelijk zoekt. De toerist wordt een beeld voorgespiegeld van iets, waar hij zich bij kan aansluiten en waar herkenningspunten bij zitten (zich in kan spiegelen). De symbolische transformatie, die toegepast wordt als onderdeel van de ‘tourist gaze’ is overheersend gestuurd door de landen van herkomst van de doorgaans westerse toeristen.

     Voor een stad zoals Granada in Nicaragua is er het idee onstaan de cultuur-historische kant ervan te benadrukken door middel van beeldmateriaal van oude kerken, onder andere. Een Tour Operator omschrijft het stadje alsvolgt (resultaat gerichte informatie gemengd met de omschrijvende): “Een heerlijk oord om, gestreeld door een verkoelende bries, lui rond te hangen en u vol te zuigen met het kleurrijke plaatselijke leven en de lieflijke koloniale architectuur.” Costa Rica heeft zich op de insteek van de natuur gericht (wat de ‘tourist gaze’ betref), wat uitgedrukt wordt door de campagne van “No Artificial Ingredients” gesteund door beeldmateriaal van schone rivieren, verlaten strandjes of groene bossen. Ondanks het omschrijvend (sfeer bepalend) karakter gaat het nog steeds om resultaat gerichte informatie en de vorming van imago’s. Deze symbolische transformaties van de werkelijkheid zijn doorgaans op de westerse toerist gericht. Het moge duidelijk zijn, dat bij dit soort beeldvorming via de selectie van een paar imago’s er automatisch vele facetten van een plaats of land niet aan bod komen. In het zelfde geval van Costa Rica kunnen we de indiaanse culturen of de geologische landschappen van het land noemen.

     De selectie en vereenvoudiging van beelden moeten vragen kunnen beantwoorden, zoals aan welke objecten of fenomenen gerefereerd wordt, wat erover verteld kan worden en hoe de informatie gebracht wordt.

Een toeristische attractie kan dus gezien worden als de verhouding tussen de bezoekers, het object of fenomeen zelf en het beeld wat ervan gegeven wordt.

     Dit geldt echter alleen voor de hoofd- en nevenbelbronnen, want juist de gedeelde belbronnen hebben geen gerichtheid of imago, daar ze deel uitmaken van het dagelijkse leven van de plaatselijke bevolking. Indien de lokale mensen overdag in klederdracht rondlopen juist voor de toeristen, dan wordt die bevolking dus een toeristische attractie op zichzelf. Indien een bevolking met de kleren aanlopen, die ze onder elke andere omstandigheid toch al aangehad zouden hebben, dan kan dit een attractief beeld voor de toeristen vormen (Guatemala bijvoorbeeld), maar de gerichtheid op toeristen ontbreekt daarbij en met andere woorden is het dan authentiek.

     Reisgidsen bijvoorbeeld kunnen wel degelijk van tevoren aangeven, dat een zeker dorpje heel schilderachtig is (omschrijvende informatie – het schilderachtige dus vanuit het oogpunt van de toerist) of dat er op zaterdagen in een zeker dorp zo’n kleurrijke markt is. De toerist staat vrij van deze informatie gebruik te maken of niet. Echter, vele van de gedeelde en uiteraard de toevallige belbronnen werden niet door de toerist van tevoren verwacht. De toerist die in een “all inclusive resort ” zit, zal weinig of geen gedeelde belbronnen tegenkomen. De toerist die een land per huurauto doorkruist, zit wel de hele dag tussen de plaatselijke mensen en zal zeker zaken meemaken, die voor hem onbekend waren. Hierbij moet wel aangetekend worden, dat dit weer afhangt in hoeverre een toerist openstaat voor het “nieuwe” of het “andere” en is het ook soms maar afwachten welke conclusies een toerist uit zijn BelCal opname trekt. Armoedige hutjes kunnen door een toerist geïnterpreteerd worden als “die leuke typische huisjes” of dat de mist in een nevelwoud als commentaar meekrijgt, dat er zoveel smog is…..

     Aan de ontvangende kant van een boodschap kunnen zich ook andere problemen voordoen. Niet alle toeristen, bijvoorbeeld, zijn even bereisd, en er zijn er nog velen, die nog nooit in een vliegtuig gezeten hebben. Er zijn nog veel meer toeristen die nooit in tropische oerwouden gelopen hebben of op wilde rivieren gekanoed hebben. Er zijn vreselijk veel soorten ervaringen, waarvan we misschien ooit iets gelezen hebben of iets van op de televisie gezien hebben, maar waar we ons toch maar heel weinig bij kunnen voorstellen. Er zijn landen of streken, landschappen of types mensen, die ons niets zeggen, wat voor een groot deel wordt veroorzaakt door het gebrek aan ervaring, referentie- en beeldmateriaal in ons geheugen. Het enige wat dan overblijft is om voorgespiegelde ervaringen (resultaat gerichte informatie) op te nemen als feitelijke.

     Indien een zone wordt omschreven als vogelrijk, kunnen de toeristen die over weinig intern referentiemateriaal beschikken, dit alleen maar letterlijk opvatten, oftwel de materiële beelden die zij gepresenteerd krijgen, neemt men dan op als voldongen feiten. Ze eisen dus geld terug als ze niet honderden vogels gezien hebben, onafhankelijk van het feit, op welk tijdstip van de dag zij in dat gebied waren. Hetzelfde geldt voor mentale beelden, waarbij een “Caraïbische sfeer” dus bij de Caraïbische kust moet zijn, want anders klopt dat niet. Er zijn vele gevallen, waarbij toeristen gewoon niet over het interne referentiemateriaal beschikken om zich daar verder iets bij voor te stellen. Met andere woorden krijgt het beeld van de Caraïbische atmosfeer geen weerklank en kan niet gespiegeld worden tegenover bestaande beelden in het brein. De “tourist gaze” letterlijk opgevat werkt niet.

     Dit is een bekend probleem onder reisorganisaties: omschrijvende informatie wordt door sommige toeristen als feitelijke opgevat, mentale beelden worden verward met materiële en de boodschap van die beelden ondervindt zowel op pragmatisch als semantisch niveau daardoor geen ontvanger. Klachten van toeristen zijn doorgaans het gevolg hiervan met de interessante vraag wie er hier blaam treft: reisorganisaties die inspelen op het feit dat de meeste potentiële klanten over referentie materiaal beschikken om de voorgestelde beelden te kunnen spiegelen, of de potentiële toerist, die door gebrek aan reiservaring niet weet, hoe hij resultaat gerichte informatie moet interpreteren en we ons kunnen afvragen waarom die toerist dan zo’n vakantie bestemming uitzoekt.

Sociale Informatie

     Tot nu toe heb ik drie informatie types genoemd die voor het toerisme van groot belang zijn: de feitelijke informatie, de doel gerichte informatie en de omschrijvende informatie. Echter vanwege de voornoemde veranderingen door de groeiende rol van Internet komt er een vierde type informatie opduiken, dat voor het toerisme van belang kan zijn: de sociale informatie als onderdeel van de zogenaamde Social Information Seeking (SIS). De afgelopen jaren is er een toenemend aantal websites waar mensen vragen kunnen stellen, die dan door willekeurige gebruikers beantwoord worden Een van de eerste voorbeelden was de pagina Answerbag en sindsdien zijn er vele bijgekomen, waarvan vermoedelijk Yahoo!Answers de populairste is.

     Het idee hierachter komt met het Wiki concept overheen, waarvan Wikipedia het bekendste voorbeeld is. De vragen paginas bestaan uit vier niveau’s: er is een deel waar mensen vragen kunnen stellen, dan is er de mogelijkheid voor wie dan ook om die vragen te beantwoorden, ten derde is er de mogelijkheid, dat deze antwoorden geindexed worden en via zoekmachines weer tevoorschijn komen wanneer webgebruikers antwoorden zoeken op eerder gestelde vragen en tenslotte is er de gemeenschap die er rond de site ontstaat. Dit kan op wereldniveau, maar ook beperkt worden tot zekere groepen met een dezelfde interesse (gemeenschappen). De term gemeenschap is hier in de breedste betekenis van het woord gebruikt, en deze sites worden de cQA-sites genoemd. Sinds 2003 worden deze sites ontwikkeld en in aantal zijn ze snel toegenomen. Daarnaast is er ook nog de groeiende tendens dat mensen op Internet vragen stellen in plaats van zelf het antwoord proberen te vinden. Meer en meer mensen schijnen te denken: “Waarom zal ik tijd verspillen om een antwoord op te zoeken, wanneer ik via Internet de mensen kan bereiken die het antwoord weten?” Op Internet forums of andere communicatie platvormen ziet men ook deze tendens dat er steeds meer vragen gesteld worden.

     Het potentieel voor het toerisme van de cQA sites is natuurlijk enorm en dit soort sites kunnen een link gaan vormen tussen toeristen en een bestemming of een plaatselijke bevolking. Daarnaast kunnen we zien hoe via steeds geavanceerdere Search Engine Optimization (SEO) technieken de (potentiële) toeristen steeds makkelijker antwoorden op de meest uiteenlopende vragen kunnen vinden en de rol van cQA sites in combinatie met zoekmachines vormen een hele interessante bron van sociale informatie inwinning.

» Deze website is niet commercieel en genereert geen inkomsten; daarom wordt het op prijs gesteld, wanneer diegenen die de inhoud ervan actief gebruiken een vrijwillige donatie maken – klein en symbolisch als die ook mag zijn – door op de DONATE toets te drukken (Paypal systeem) onderaan deze pagina «

Geef een reactie


× 2 = 14