Al lang verkeert het vakantietoerisme in de greep van het economisch denken en sociologisch onderzoek. Op deze website wordt een gebalanceerder inzicht aangehouden: de toeristen zelf en hun ontmoeting met hun vakantiebestemming. De toeristen nemen wat hen aangereikt wordt en gebruiken dit voor hun eigen doeleinden; het zijn deze doeleinden die ons het meest interesseren en meer dan 25 artikelen op deze website gaan daar nu juist over: het toerisme van de toeristen.

Onder het hoofdje "Toerisme" is een nieuw artikel van mij toegevoegd over Klimaatsverandering (Juli 2020).

In februari 2020 heb ik een nieuw artikel toegevoegd in de rubriek "Toerisme" getiteld "Fenomenologie en het Toerisme".

Toerist (1)

Topic: Toerist (1)

Return to Topics

Fotografie en het Toerisme

Foto’s en toeristen

       Sinds de digitale fotografie in opmars is, wordt het steeds duidelijker, dat de moderne toerist eigenlijk niet meer zonder camera met vakantie kan gaan. Terwijl in de tweede helft van de 20ste eeuw men nog met zo’n vijftig of 100 foto’s genoege nam, worden er nu per vakantie makkelijk 1000 geschoten – met een duidelijke tendens dat alles wat ook maar enigszins anders lijkt dan men in de thuis omgeving gewend is, direct op de gevoelige sensor vastgelegd wordt. Het moet duidelijk zijn, dat de rol van de foto in de vakantie en voor de toerist zelf ook veranderd moet zijn. Er bestaat hierover echter geen duidelijkheid en er ontbreekt veel onderzoek om vast te kunnen stellen in hoeverre de camera de vakantie beïnvloedt of dat de toerist nog steeds de baas over zijn camera is.

       Daarbij bestaan de “ouderwetse” toeristen ook nog – en in grote hoeveelheden -, die ondanks dat ze gratis 1000 keer hun vinger op het sluiterknopje kunnen drukken, dat niet doen en slechts spaarzaam hier en daar een kiekje maken.

       Laten we het hele fenomeen eens nader bestuderen tegen het daglicht van het toerisme van de toerist: de invloed van belevingsbronnen en van de verwachtingen van toeristen op de fotografie en vice versa.

De foto

       Wat een foto tegenwoordig is, kan al onduidelijkheden opleveren. De meeste foto’s overleven de etappe niet om even snel op een mini-schermpje bekeken te worden en daarna in een vroeger of later stadium uitgewist te worden. Daarna komt de foto misschien op het computerscherm – over de betere foto´s hebben we het dan. De hele bijzondere foto´s halen de etappe van gedrukte vorm in verschillende formaten. Dan praten we over de topfoto’s. Wat vooral in de 21ste eeuw naar voren is gekomen is de foto als beeld-op-een-scherm, terwijl de gedrukte versie behoorlijk aan belang ingeboet heeft. Ook toont men steeds meer de vakantiefoto’s op internet – ongetwijfeld tot opluchting van vrienden, kennissen en familieleden, die vroeger met fotoalbums of dia reeksen bestookt werden.

       Het is interessant te zien, dat op een of andere wijze de foto meer een beeld is geworden dan een plaatje, voornamelijk door de hoeveelheid ervan. Toeristen nemen tien foto´s van hetzelfde, wissen met zekere tegenzin er vijf van en twijfelen verder, welke van de overige vijf de beste is. Deze vijf plaatjes samen vormen één beeld.

       Wat is dit beeld en wat is de rol ervan? Ik ga er hier vanuit, dat een foto een gefragmenteerde en subjectieve documentering is van tastbare en niet-tastbare herinneringen, waarbij tegelijkertijd twee werelden worden opgeroepen: de materiële en de immatiërele. Het beeld suggereert ons iets van de werkelijkheid, maar tegelijkertijd presenteert het ons een symbool wat voor uitleg vatbaar is.

       Het is natuurlijk zo, dat wanneer een toerist een foto neemt, hij zijn eigen ideeën en visies laten meespelen op het moment dat hij de sluiter indrukt. Elke foto door een toerist genomen is in wezen beladen met een symbolische betekenis of waarde en heeft geen objectieve betekenis meer. De reden waarom iemand van een zeker fenomeen een foto maakt en de manier waarop de foto gemaakt wordt laat al de visie van de fotograaf zien, van zijn gedachtengoed en referentie kaders. Op het moment dat een plaatje ontstaat is het juist dat: een plaatje en is de band met de realiteit al verbroken. Dit plaatje zal verder de herinnering bepalen, terwijl de oorspronkelijke beelden van de werkelijkheid zoals die door de toerist zelf waargenomen zijn zullen vervagen – onder andere door gebrek aan herbevestiging, daar foto’s steeds weer bewonderd kunnen worden, maar dat met de werkelijkheid niet kan, omdat de toerist allang weer thuis zit.

       Wat beelden in het toerisme betreft, is er van een cyclus sprake. Wanneer de toerist besluit, dat hij naar een zekere streek met vakantie wil gaan – Patagonia bijvoorbeeld – dan komen er allereerst beelden in zijn geheugen te voorschijn van penguïns of gletschers, misschien heeft de toerist het boek van Paul Theroux de “Patagonia Express” gelezen of heeft hij op de televisie bij het sportnieuws iets van een autorally daar gezien. Het zijn concrete beelden en indrukken (oftewel materiële en mentale beelden) die in ons geheugen liggen opgeslagen, en die dan bij elkaar geharkt worden om zo onze eerste verwachtingen over Patagonia op poten te zetten. Daarna worden die met informatie van buitenaf verder gevoed. Deze informatie heeft vaak de vorm van fotobeelden en helpt verwachtingen verder te ontwikkelen.

Moreno foto

Kijken betekent vaak verbeelden in het toerisme. Bij het beleven wordt de waarneming met het blote oog soms ondergeschikt gemaakt.

        Wanneer men eenmaal in Patagonia is, begint het proces van het toetsen van bestaand beeldmateriaal in het geheugen, en tegelijkertijd komt er het zelf-geschoten beeld materiaal bij. Tenslotte aan het einde van de vakantie wordt het beeldmateriaal verder bestudeerd en dient dan onder andere voor de volgende vakantie in de vorm van ervaringen, maar ook voor vrienden, collega’s of familieleden die uit die beeld-bron weer putten om hun verwachtingen over Patagonia verder te voeden, waarmee de cirkel rond is. De beelden worden nadien alleen nog gebruikt als kapstok voor de vakantie herinneringen, en na enige tijd vervagen de herinneringen en denkt men vaak alleen nog maar terug aan de momenten die op foto’s vastgelegd waren: de foto’s nemen de plaats van onze werkelijke herinneringen in. Er zijn gevallen waar de werkelijkheid zo indrukwekkend was, dat die in het geheugen blijft domineren. Het blauw van een gletscher is zo intens, dat dit nauwelijks op een foto tot uiting komt, maar wel – bij mij althans – in het geheugen gegrift blijft.

       Natuurlijk kunnen er bij deze cirkel toeristen tussen zitten, die fases overslaan. “Hoe was je reis naar Patagonia?” “Sorry, dat weet ik niet, want ik heb de foto’s nog niet gezien” is een mogelijkheid, als ook de wanhopige uitroep van een gefrustreerde toerist “Had ik maar meer foto’s genomen, dan had ik me meer herinnerd!”. De rol van het beeld (materieel als ook mentaal) in het toerisme is tegenwoordig zo goed als onlosmakelijk ermee verbonden – althans wat het georganiseerde toerisme betreft. Verderop zullen we zien, dat de toerist die er zelf op uit trekt, daar vooralsnog andere vormen van gedrag bij heeft.

De toerist als fotograaf

       Bij het fotograferen door toeristen zijn er drie fases te onderscheiden. Alleereerst is er de toerist als fotograaf, dan is er het moment van het nemen van een foto met alle beweegredenen erachter en tenslotte is er de etappe van het gebruik van de foto’s, waar ze voor dienen en wat er tenslotte mee gedaan wordt.

       Laten we eerst naar de toerist kijken als fotograaf. De foto mag dan zo’n grote rol in het toerisme spelen, de zaak begint echter bij de fotograaf, zijn camera en zijn relatie tot zijn directe sociale omgeving. Dit laatste betreft familieleden of vrienden en wanneer men in een groep reist, betreft het de medereizigers. Vooral in dit laatste geval is de kwaliteit van de camera een belangrijk punt. Er is een snel groeiend aantal toeristen, die de camera als visitekaartje beschouwen tegenover medereizigers en dit ook graag als zodanig presenteren. Doorgaans betreft het dure merken en daarnaast het aantal “attachments” en extra dingetjes dat men meesleept. Dit wordt dan verder onderstreept met de extroverte wijze, waarop een “mooie” foto gemaakt wordt, de standjes met de camera, even op de buik gaan liggen (“de goede fotograaf moet lijden”) en vooral het luidruchtig commentaar over de speciale instellingen van de camera. Van belang is te kunnen laten zien hoeveel de camera kan in- of uitzoemen en de soorten filters waar het apparaat over beschikt. Daarbij wil men tegenwoordig ook wel eens met twee camera’s werken: er is de dure en daarnaast heeft men ook een simpelere automatische achter de hand voor het snelle of plotselinge werk. Er is een groeiend aantal toeristen die zich hele of halve professionele fotografen wanen – een onlosmakelijk deel van de vakantie dus.

       Daarnaast zijn er de verhalen over hoe men door een toevallige samenloop van omstandigheden een bepaalde “fantastische” foto heeft kunnen maken. Het klinkt dan bijna als de vroegere jachtverhalen en de foto dient als jachttrofee. Centraal in die verhalen staat het oog van de toerist, die op het goede moment het “plaatje “ zag dat geschoten kon worden. Voor buitenstaanders zijn dit soort verhalen niet echt interessant, maar daardoor juist versterkt het dat unieke vakantie gevoel van wat men al niet meegemaakt heeft, wat niemand anders kan begrijpen.

       Er is tenslotte nog een zekere houding bij het gebruik van de camera, die we hier moeten bezien. Wanneer men in den vreemde is, kan men vaak op zijn hoede zijn, zich onzeker voelen of bang zijn, dat er negatief op de aanwezigheid van de toerist als mens gereageerd wordt. De oplossing voor deze situatie is voor de hand liggend: de toerist verbergt zich achter zijn camera. Hij probeert een gezicht te trekken van “ik ben er niet” en vermijdt direct contact met de mensen die gefotografeerd worden. De toerist voelt zich een neutrale waarnemer en denkt (verborgen achter zijn camera) dat hij niet interrumpeert en zo een authentieke foto kan maken. De camera speelt mischien zelfs steeds meer de rol van intermediair tussen werkelijkheid en toerist, niet alleen in de zin dat de genomen foto eigenlijk al geen werkelijkheid meer betreft, maar dat de fotograaf achter zijn camera diezelfde werkelijheid ook ontloopt: Zij > Mijn camera > en Ik.

 

suiker verwerking

De toerist die in de achtergrond aan het filmen is speelt de rol van buitenstaander en probeert niet op te vallen.

       Hier dient overigens aan toegevoegd te worden dat er ook toeristen bestaan, met een bijna tegenovergestelde houding: zij verontschuldigen zich voor het nemen van een foto en stoppen daarna de camera snel in hun tas en bewerkstellen hiermee mogelijk sociaal contact. Vooralsnog vormt deze groep toeristen nu een minderheid, wat vroeger wel eens anders geweest is.

 

 

Het nemen van de foto

       Zoals eerder aangegeven was, is er een verschil tussen de redenen voor het nemen van een foto en wat er tenslote met die foto gedaan wordt. De beweegredenen voor het nemen van een foto zijn van velerlei aard en hangen uiteraard in grote mate van de fotograaf zelf af. Toch zijn er algemene tendensen waar te nemen.

       Het opvallendst is uiteraard de neiging om van een toeristische attractie een foto te nemen met zichzelf direct op de voorgrond of anders de partner of familieleden. Voor deze tendens zijn verschillende verklaringen. Als het om een toeristisch hoogtepunt gaat, is er de noodzaak om die foto zo te maken, dat het duidelijk is dat de foto door de toerist genomen is en niet weeeeer een foto uit de brochure. Men zet zich tegen het materiële beeldmateriaal af, wat van tevoren ontvangen was. Iedereen weet, dat er van die beroemde gletscher duizenden foto’s gepubliceerd zijn, maar elke toerist wil wel dat unieke plaatje hebben met hemzelf op de voorgrond om duidelijk te maken dat het hun foto is (of tenminste met hun camera gemaakt) en dat zij daar daadwerkelijk gestaan hebben.

       Dat is een van de redenen, waarom de toerist graag zichzelf op de foto ziet met als achtergrond een toeristische belbron of zelfs een echte “highlight”. Een tweede reden die hierachter ligt, is dat de toerist iets van het moment wat hij beleeft wil vasthouden. Hij wil er een tastbare herinnering aan overhouden, en de foto van een belbron met jezelf ervoor is een van de manieren om aan te geven: Ik was hier! Netzo als men vroeger dit in een boomstam kerfde of op een muur krabbelde – met datum.

       De aard van het beeld neigt bij de meeste toeristen naar het idyllische, het schilderachtige, het indrukwekkende of het bijzondere. Men manouvreert de camera zo, dat de vuilnisbak er net niet opkomt en men risikeert het leven om een lantaarnpaal te vermijden die een vergezicht blokkeert. De wat professionelere fotografen zullen met de instelling van hun camera kleuren zo warm mogelijkheid proberen vast te leggen. Het correspondeert allemaal met het ideale vakantie beeld en daarmee ook met datzelfde geïdealiseerde beeld wat de reisbrochures of internet advertenties van die bestemming schetsen. Men wil allereerst zien wat verwacht wordt en dat verwachtingsbeeld met bijbehorend beeldmateriaal domineert vaak meer de vakantiebeleving dan de werkelijkheid zoals een toerist die via de opname van BelCal zou kunnen beleven en ervaren. Veel mensen vragen zich vaak gedurende de vakantie af, hoe het zou zijn om in zo’n schilderachtig dorpje te wonen. Men probeert hierbij het authentieke te zien en de toerist heeft een algemene neiging zich af te sluiten van alles wat lelijk zou kunnen zijn. De droom van het oorspronkelijke, het ouderwetse en het authentieke leeft nog steeds sterk onder de Westerse bevolking en dit komt vaak tot uiting bij het nemen van foto’s.

       Er zijn tegelijkertijd hele andere mechanisme aan het werk bij het fotograferen gedurende een vakantie. Er bestaat ook het fenomeen van de sluiter-drang. De toerist die zijn vinger niet meer van het knopje weg kan halen en maar door blijft klikken. Er kan het moment bereikt worden, dat de toerist zelf niets meer opneemt en alleen nog de wereld via zijn kleine cameraschermpje bekijkt. Zoals een klein kind met zijn vingertje alles aanwijst wat hem opvalt, wijst de toerist met zijn camera naar alles wat anders is dan zijn thuis omgeving en met het vingertje wordt het sluiterknopje ingedrukt. Bij dit soort toeristen worden de foto’s overigens weinig bekeken. Het nemen van de foto is hier van belang, en niet het beeld wat men op die manier vastlegt.

       Verder speelt vaak in het achterhoofd van de toerist, dat men graag de beelden wil delen met vrienden en bekenden. Men stelt zich voor hoe een bepaalde vriend op zo’n situatie zou reageren en men wil hem deelgenoot maken. Het willen delen van die ene ervaring mag dan een reden zijn, wat er ook vaak bijkomt kijken is, dat men aan dezen en genen wil laten zien hoe speciaal hun vakantie geweest is en wat voor fantastische foto’s zij wel niet gemaakt hebben. Dit is het soort egocentrisch gedrag, dat men steeds vaker schijnt te zien: erg ver gaan in de poging spectaculaire foto’s te nemen om vriend en vijand thuis de ogen uit te kunnen steken. In de praktijk lukt dit doorgaans niet, maar op het moment van het nemen van de foto speelt dit bij veel toeristen een rol.

       Bij steeds meer toeristen speelt de wens om zoveel mogelijk interessante of bijzondere dingen te willen zien om de kans te hebben er een foto van te maken. Als je een toeristisch hoogtepunt mist, dan mis je vooral de kans er foto’s van te maken. De teleurstelling wanneer door slecht weer een uitbarstende vulkaan niet gezien kan worden is niet zozeer om de beleving die men mis loopt, maar om de foto’s die niet genomen kunnen worden en men met lege handen huiswaarts moet keren. Verwachtingen en bijbehorende beelden spelen vaak een dominerende rol in een vakantie.

Het gebruik van de foto’s

       Wat de beweegredenen van de toerist ook geweest moge zijn op het moment dat hij een bepaalde foto nam, wat er tenslotte met dat beeld of plaatje gebeurt is een heel ander verhaal. De meeste toeristen beslissen pas na de vakantie wat ze met de foto’s gaan doen, daar de meesten zich pas dan bewust worden van het potentieel dat het fotomateriaal heeft. Het betreft hier een van de vele verschillen tussen de professionele fotograaf en de toerist.

       De toerist selecteert zijn foto’s gedurende en vooral na de vakantie. Deze selectie betreft allereerst de slechte of mislukte foto’s en die foto’s waarvan de toerist zich allang niet meer herinnert wat hij probeerde te fotograferen (het zoekplaatje van een groot bos waar je het vogeltje maar op moet zien te vinden). Het wissen doet de gemiddelde toerist met tegenzin, maar het is een noodzakelijk karwij vanwege de hoeveelheid foto’s. Een enkele keer kan een geheel wazige onderbelichte foto nog als “screensaver” dienen, maar het overgrote deel van foto’s wordt gewist.

 

screen

Een slechte foto (door een nat autoraampje genomen) kan toch opeens een kunstwerk blijken te zijn – of juist niet.

       De selectie van de “goede” foto’s is heel persoonlijk, uiteraard. Er wordt een selectie voor het plakboek gemaakt, wat tegenwoordig steeds meer een internet gebeuren is. Met andere woorden heeft de toerist vrienden, collega’s en familieleden in gedachte bij de selectie. Dan speelt een zekere ijdelheid ook een rol. Een foto waar je volgens jezelf lelijk opstaat wordt vaak wat sneller gewist, ondanks de vaak indrukwekkende achtergrond ervan.

       Daarnaast wil men ook laten zien hoe mooi de foto’s wel zijn, en het begrip mooi slaat dan vaak op het bijzondere object of fenomeen wat gefotografeerd is dan op de technische kwaliteit. De topfoto’s hebben uiteraard beide. Er is een groeiend aantal toeristen die proberen hoge kwaliteit foto’s te maken en dit graag aan iedereen laten zien. Dat hier misschien ook het gevoel meespeelt van het laten zien hoe bijzonder de vakantie wel geweest was en wat voor ongelofelijke avonturen men beleefd heeft helpt het ego en zelfvertrouwen van veel toeristen.

       Een ander punt is dat van de herinneringen. De foto dient allereerst als kapstok voor vakantie herinneringen en bij het zien van een foto komt de hele omgeving en situatie weer voor de geest. Het beeld van Truus die uitgegleden in de modder ligt kan nog jaren lang in de familie circuleren en hoewel het noemen van het voorval niet direct een lach op het gezicht teweeg brengt, is bij het aanschouwen van de foto ervan dit wel het geval. Het betreft een interessante wisselwerking, waarbij foto’s allereerst dienen om zich iets te herinneren, maar na enige tijd sterker worden dan de herinneringen en die langzamerhand verdringen. Na enige tijd herinneren we ons het meest waar we foto’s van hebben.

       Degenen die weinig of geen foto’s gedurende een vakantie nemen, hebben het probleem hoe zij de herinneringen geordend kunnen houden als er geen tastbare zaken zijn om die herinneringen op te roepen. Men moet dan herinneringen aan elkaar koppelen, zodat wanneer men zich iets herinnert (vaak veroorzaakt door een observatie van buitenaf) er een hele reekse gekoppelde herinneringen tevoorschijn komen.

Een hele andere beweegreden kan de historische invalshoek zijn. Men wil een foto bewaren om een zekere historische waarde, om die aan kinderen en kleinkinderen te laten zien of om het idee vast te leggen hoe iets vroeger was. Daarmee gekoppeld kunnen foto’s ook de functie van dagboek hebben, al is het alleen maar om ervoor te zorgen dat de toerist zich de volgorde van de verschillende voorvallen herinnert.

       De foto is een tastbare herinnering en bij de selectie ervan is de post-toerist zich hiervan goed bewust. In hoeverre later de herinnering gekoesterd wordt of de foto is interessant onderzoeksterrein.

Foto’s en de beleving

       In de reeks pre-toerist / toerist / post-toerist spelen allereerst de verwachtingen een cruciale rol. De toerist begint ermee en tot aan het einde van de vakantie spelen die een rol, ook bij de uiteindelijke evaluatie van de vakantie. Verwachtingen zijn voor een groot deel op beelden gestoeld en daarmee wordt de foto van groter belang. Dat betreffen foto’s die door toeristen organisaties aangerijkt worden en de foto’s van de toeristen zelf.

       De toerist ziet vaak alleereerst wat hij wil zien en verwacht te zien. Wanneer een toerist ergens nauwe verwachtingen van heeft (m.a.w. heeft hij al een duidelijk beeld van wat hij gaat beleven) dan zoekt het oog van de toerist en daarmee zijn camera eerst wat hij al eerder – op foto’s of ander beeld materiaal – gezien heeft. Dit gebeurt vooral bij de hoofd- en nevenbelbronnen, die doorgaans goed gedocumenteerd zijn en waarvan de toeristen al veel afweten – hun vakantie keuze kan hier zelfs op gebaseerd geweest zijn.

       De toeristen met brede verwachtingen (m.a.w. die geen duidelijk beeld hebben van wat hen te wachten staat) of helemaal geen moeten eerst eens goed alles in zich opnemen, voordat ze met het maken van foto’s kunnen beginnen. Dit doet zich vooral voor bij de gedeelde en toevallige belbronnen, waarbij alles wat er onder een plaatselijke bevolking voorvalt geschikt fotomateriaal voor een toerist kan opleveren. Het is juist bij dit soort foto’s, dat de interpretatie van de toerist een belangrijke rol speelt. Dat geldt niet alleen voor de selectie van het onderwerp van de foto, maar ook de manier, invalshoek en compositie van het plaatje zelf. Een toevallig voorval laat de toerist vaak weinig keus dan zo snel mogelijk zijn camera te grijpen en maar foto’s te nemen, om later te zien of die gelukt zijn of niet. Het betreft hier het soort belbronnen waar het bijna onmogelijk is dat de toerist zichzelf breed uit voor op de foto plaatst. Met andere woorden kunnen we stellen, dat bij gedeelde en toevallige belbronnen het soort foto anders is dan bij de hoofd- en nevenbelbronnen. Het is ook het verschil tussen de foto’s die een hele bewuste keuze van de toerist uitstralen, tegenover de toevallige en haastige genomen plaatjes, die juist daardoor vaak eerder als een kapstok voor herinneringen functioneren. Overigens, bij het haastige genomen plaatje hoopt de toerist toch vaak stiekem, dat het een topfoto blijkt te zijn.

       Er speelt hier nog iets. Een belevingsbron kan geheel object gerelateerd authentiek zijn, maar in het toerisme is dat vaak niet het geval. Wat bij een belbron van belang is, is het verhaal wat erbij verteld wordt en het licht waarin het ding of fenomeen gezet wordt. Dit soort authenticiteit-met-een-verhaal wordt de symbool gerelateerde authenticiteit genoemd en deze speelt een enorm belangrijke rol in het toerisme. Hoofd- en nevenbelbronnen zijn voor toeristen aangelegd of indien ze al bestonden van de nodige toeristische infrastructuur voorzien. Wat voor een toerist op een gegeven moment van belang wordt, is het verhaal rond het ding of fenomeen, meer nog dan het ding zelf. Ook hier spelen de verwachtingen een cruciale rol en zeker hoe die verwachtingen door reisoganisaties bijgesteld zijn. Wat is hiervan op een foto terug te vinden? De authentieke indianenstam, die nog wel enigszins indiaans blijkt te zijn maar allang niet meer authentiek, kan een enorme teleurstelling bij de toerist teweeg brengen. Echter indien het verhaal erom heen duidelijk maakt dat de moderne indiaan zich voor de toerist aankleedt om hem te laten zien, hoe zijn voorzaten geleefd hebben, kan dit wel degelijk tot een authentieke ervaring bij de toerist leiden en kunnen er ongetwijfeld mooie en interessante foto’s genomen worden. Later bij thuis komst zal het verder moeilijk te onderscheiden zijn, in hoeverre de indianen op de foto authentiek zijn, of zich slechts voor de gelegenheid verkleed hadden. De foto is in wezen niet in staat een verschil te maken tussen object gerelateerde authenticiteit en de symbool gerelateerde. Hier zien we het enorme verschil tussen het moment van het nemen van een foto en wat er daarna met die foto gebeurt. De foto geeft slechts één beeld wat objectief authentiek kan zijn of niet – het beeld geeft zijn geheim niet prijs. Wat echt is en wat echt lijkt glijdt bij een foto over elkaar heen. Wat wel duidelijk is, dat een foto in die zin kracht heeft: men interpreteert een foto maar al te snel als zijnde waar en men gelooft maar al te gemakkelijk wat er op de foto lijkt te staan.

       Een punt is verder wat belangrijker geacht wordt: het beleven zelf of de tastbare en niet-tastbare herinneringen die men eraan overhoudt; met andere woorden het gevoel, dat als er van een avontuur geen foto gemaakt is, men het eigenlijk ook niet beleefd heeft. Natuurlijk is dat niet waar, maar de werkelijke beleving en resulterende ervaringen kunnen verstrengeld raken in de meer of mindere tastbare op foto’s gebaseerde herinneringen, waarbij deze laatste op langere termijn neigen de overhand te krijgen. Indien men van een voorval geen foto heeft, kan dit sneller uit het geheugen verdwijnen, althans zo ervaren vele mensen dat. Daarom wordt er wel gezegd, dat het fotograferen de vakantie vorm geeft – wat zeker is dat het helpt de vakantieervaring te vormen. Hetzelfde geldt voor de mensen die zekere bezienswaardigheden niet willen missen, omdat anders de kans op mooie foto’s gemist wordt.

Geen foto’s

       Er zijn ook groepen toeristen, die weinig of geen foto’s maken. De gemiddelde rugzak toerist zal weinig foto’s maken, als hij dat al doet. Het gaat niet samen met de stijl van reizen, waar het terloopse en toevallige de hoofdrol speelt. Ontmoetingen met mensen zijn belangrijk, en de weinige foto’s zullen dan de mensen betreffen die men onderweg (toevallig) tegengekomen is.

       De hele idealistische toerist (zie TL-schaal) zal doorgaans ook voorzichtiger met de camera omgaan. Bij plattelands toerisme bijvoorbeeld, wanneer men bij een boerenfamilie slaapt, zal men niet de hele dag plaatjes lopen te schieten. Ook hier geldt, dat het om gedeelde belbronnen gaat en de toerist van tevoren eigenlijk nauwelijks een idee heeft wat hem te wachten staat.

       Er zijn ook de toeristen die eigenlijk geen toerist zijn. De zakenman die het weekend in een vreemd land moet doorbrengen, speelt dan twee dagen even de toerist, maar zijn gedrag is anders, en wat foto’s betreft zal hij er geen of weinig nemen. Zakenmensen stellen zich mentaal niet op het fotograferen in. Zo zijn er vele toeristen die slechts voor een paar dagen op pad gaan en vaak om heel andere redenen op een bestemming zijn.

       Desalniettemin is voor het overgrote deel van de toeristen de foto een onmisbaar onderdeel van de vakantie geworden en geeft deze de toerist de mogelijkheid beter zijn eigen vakantie vorm te geven. In hoeverre daarbij het fotograferen de vakantie domineert of andersom blijft daarbij nog steeds een interessante vraag.

       Tenslotte kan nog opgemerkt worden dat alles wat hier uiteen gezet is ook geldt voor video’s en digital filmmateriaal.

» Deze website is niet commercieel en genereert geen inkomsten; daarom wordt het op prijs gesteld, wanneer diegenen die de inhoud ervan actief gebruiken een vrijwillige donatie maken – klein en symbolisch als die ook mag zijn – door op de DONATE toets te drukken (Paypal systeem) onderaan deze pagina «

One Response to “Fotografie en het Toerisme”

  1. Wat heerlijk zo’n analyse van dus ook mijn eigen fotografeer-”woede”. Heel nuttig en relativerend vooraf om op reis “straks weer aan de gang te gaan”. In elk geval met meer vragen over het waarom van dat verwoede fotograferen! Mijn beleving NU, vooraf van een land, bevolking, flora, fauna etc. versus mijn beeld straks, NA afloop en de voldoening over de mate van verschil bij die herbeleving straks. Dat moet dus het ultieme vakantie-gevoel zijn, want ook fotograferen ga ik wel degelijk. Deze vakantie betreft immers een goed betaalde en wel bestede invulling van een fragment van mijn levensloop, welke mij gelukkiger maken moet. Als ik thuis later weer “gewoon” doorga met verder leven, dan wil ik de ervaring van die korte periode kleurrijk kunnen oproepen. Dat zal zeker beïnvloed worden door het voorgaande verhaal over fotograferen. Dank daarvoor Marien; het vertelt immers ook zo veel over jou.

Geef een reactie


7 − = 6


De Evaluatie van een vakantie

Alle rechten voorbehouden. De gehele of gedeeltelijke reproductie is verboden zonder de toestemming van Marinus C. Gisolf en zonder bronvermelding

      Eenmaal thuis na een vakantie blikt men – doorgaans tevreden – terug op wat een mooie en spannende tijd geweest is. Men koestert zekere herinneringen, men beziet sommige voorvallen met een glimlach op de lippen en voelt zich op een of andere manier verrijkt. Tenminste, dat is de opzet van het nemen van vakantie, nemen we aan.

Om na te gaan hoe geslaagd een vakantie was, kijken we allereerst, hoe we ons na al die avonturen voelen en tegelijkertijd speelt daarbij in hoeverre onze verwachtingen inderdaad uitgekomen zijn. In het Nederlands hebben we daar unieke werkwoorden voor: mee- of tegenvallen. Het was beter dan verwacht, of onze verwachtingen waren te hoog ingesteld. Maar het moge zo simpel klinken dat we, bijvoorbeeld, een fantastische tijd gehad hebben, de analyse van dat gevoel en de vergelijking met de verwachtingen die eraan ten grondslag lagen leiden tot ingewikkelde psychologische en sociale beschouwingen. Misschien is het allemaal wat ingewikkelder dan men inschat, vooral als we de vakantie vanuit het oogpunt van de reisorganisaties bekijken. De verwachtingen voor de vakantie zijn mentale constructies in ons brein, maar dat zijn onze herinneringen na de vakantie even goed. Bij een evaluatie na de vakantie vergelijken we dus onze interpretaties van informatie van voor de vakantie met onze interpretaties daarna van wat er tijdens de vakantie gebeurd is. Het vergelijken van mentale constructies of interpretaties zijn heel normaal voor ons zelf, maar de buitenstaander – zoals de persoon die het toerisme bestudeert – begeeft zich op een enigszins glibberig pad, daar het element van de werkelijkheid eigenlijk nergens meer te vinden is.

Dit is een interessant punt. Wat echt was in de vakantie van een toerist kan inderdaad als zodanig door hem ervaren zijn, maar misschien ook niet. Wat nep, geensceneerd of gewoon speciaal voor toeristen gemaakt was, kan tal van verschillende ervaringen teweeg gebracht hebben, die diep emotioneel of een totale teleurstelling kunnen zijn. We begeven ons hier op het terrein van de authenticiteit van niet alleen het ding of fenomeen wat de toerist beleeft, maar ook van de resulterende ervaring.

Naast de problematiek van de relatie tussen verwachting en herinneringen en in hoeverre daar een werkelijke authenticiteit bijspeelt of niet, is er nog een derde factor die we bij de evaluatie van een vakantie moeten betrekken: de invloed van voorgaande vakantie ervaringen. Uiteraard is die invloed gedeeltelijk verwerkt in de verwachtingen die we voor de volgende vakantie gevormd hebben, maar niet geheel, daar de inhoud van beide – verwachting en ervaring – verschillend is. De eerste is gebaseerd op een motivatie om te reizen en daarmee samengaand een zekere behoefte die we ontwikkeld hebben. Motivatie en behoefte vormen de grondslag voor verwachtingen. We denken van tevoren hoe iets eruit zou zien en in hoeverre dat onze behoefte zou kunnen bevredigen – dat is de basis van een verwachting. Daarnaast hebben wij allemaal een zekere kennis in huis en beschikken we over een aantal ervaringen, die een rol spelen bij het evalueren van de verwachtingen, maar slechts gedeeltelijk, daar we nog niet weten wat ons te wachten staat en dus ook niet weten welke van ons repertoire aan ervaringen van toepassing zou kunnen zijn.

Behalve de drie hier genoemde determinerende factoren bij een vakantie ervaring (vanuit het hoogpunt van een analist) bekijken we ook nog een algemene karakter trek onder toeristen: de klacht. Afhankelijk van de sociale omgeving (tot zelfs een nationaliteit) zijn er duidelijke verschillen te zien, waarom en waarover men klaagt en hoe men dat doet – een hoofdstuk apart! (zie: http://www.tourismtheories.org/?cat=126&lang=nl )

Tenslotte beeindigen we dit artikel met het euvel, waar we allemaal soms aan lijden: de vakantie kater.

De invloed van voorgaande ervaringen

Alle reisleiders op groepsreizen kennen het fenomeen, dat vooral aan het begin van een vakantie toeristen maar blijven praten hoe mooi hun vorige vakantie geweest was en hoeveel indrukwekkende dingen ze wel niet gezien of gedaan hadden. Voor een beginnend reisleider kan het zelfs heel demotiverend werken steeds maar tegen de ervaringen van de vorige vakantie op te moeten knokken. De reden bij toeristen is simpel: referentie materiaal. Wanneer we iets nieuws beleven proberen we dat aan iets voor ons bekends te relateren. Ons geheugen werkt daarbij op basis van twee principes:

Ervarings invloed door toevoeging:

we hebben een ervaring op een zeker terrein en in de huidige situatie dient die om ons een gevoel van zekerheid te geven dat dit dus nu ook zo is. Bij een slechte ervaring in het verleden, zijn we bang dat dit ons nu weer overkomt.

Ervarings invloed door tegenstelling:

we hadden een hele slechte ervaring in een zekere situatie in het verleden en denken, dat we het nu dus veel beter hebben (“het kan nog veel erger”); een hele goede ervaring in het verleden kan dan ook het gevoel oproepen dat het nu veel minder is (“vroeger was alles veel beter”).

Er is nog te weinig onderzoek verricht om duidelijkheid te creeëren welke type toerist onder een van deze twee categoriën zou vallen en onder welke omstandigheden. Het fenomeen is echter duidelijk en wat hier boven genoemd werd, dat veel toeristen vooral aan het begin van hun vakantie beginnen te vergelijken met de vorige, is duidelijk en herkenbaar. De toerist die aan het begin van een reis blijft zeggen dat zijn vorige reis indrukwekkender was, valt dus onder de tweede categorie van invloeden van voorgaande ervaringen. De toeristen die aan het begin van de reis alles mooi vinden en ook dat het iets bekends heeft en wel wat weg heeft van hun vorige vakanties, vallen in de rubriek van ervarings invloeden door toevoeging. Voor een reisleider en een reisorganisatie is het uiteraard een doelstelling, dat aan het einde van een vakantie de toerist allang vergeten is zijn reis met de vorige te vergelijken. Indien hij dat nog steeds doet, is er mischien toch iets mis met zijn rondreis.

Daarnaast bestaat er een indruk dat vooral de Europese toerist zich eerder laat leiden door het principe van de ervarings invloed door tegenstelling, terwijl voor toeristen uit Azië of Latijns Amerika eerder het principe van de toevoeging geldt. In hoeverre bij de Westerse toerist een element van wantrouwen speelt is niet duidelijk, maar zeker tot op zekere hoogte aanwezig. Voor toeristen uit de VS is er misschien een mengvorm, waarbij degenen uit het noordelijke deel zich eerder door het principe van de tegenstelling laten leiden en degenene uit het zuiden andersom – zoals gezegd ontbreekt er veel onderzoek op dit gebied.

De evaluatie en verwachtingen

In hoeverre verwachtingen goed scoren bij de vakantie evaluatie hangt ervan af hoe die verwachtingen ingesteld waren – uiteraard. We hebben ervaringen gebaseerd op goede of misleidente informatie, ze kunnen op verwarde motivaties steunen of op hele duidelijke behoeftes en de verwachtingen zelf kunnen heel breed zijn zonder duidelijke beelden of ideeën over de verwachte beleving, of ze kunnen nauw zijn, waarbij de toerist wel een duidelijk en wel-omlijnd beeld heeft van wat hij denkt te gaan beleven.

In dit laatste geval geldt, dat hoe nauwer de verwachtingen zijn, deste groter de kans, dat de verwachting niet goed uitpakt. Wanneer een toerist met vakantie gaat met als hoofdintentie de Mona Lisa te zien, dan is de verwachting nauw ingesteld. In dit geval zal de beleving naar alle waarschijnlijkheid aan de verwachting voldoen, vanwege de uitgebreide documentatie en beeldmateriaal, dat over de Mona Lisa beschikbaar is. Echter wat natuurgebieden betreft, kan dit een stuk moeilijker liggen. Bij een safari in Kenya verwacht men een groot natuur avontuur, maar indien er van de Grote Vijf aan wild maar één soort gezien wordt, is dat een tegenvaller.

Brede verwachtingen kunnen op hun beurt in tweeën verdeeld worden: degene die niet op duidelijke motivatie of behoeftes gebaseerd zijn vormen de eerste groep. Als mensen met vakantie gaan met alleen het idee er even helemaal uit te zijn en het hen niet zoveel uitmaakt waar naartoe, dan zijn de verwachtingen dus heel breed ingesteld en is het moeilijk dat er iets zou tegenvallen. De tweede groep betreft de toeristen die wel degelijk weten wat ze willen, maar hun behoeftes kunnen nog steeds een breed spectrum omvatten: wanneer men een strandvakantie voor ogen heeft, moet het srand wel erg overbevolkt zijn of het hotel wel erg ver ervan af liggen om deze vakantie te laten tegenvallen. Zie ook het artikel over verwachtingen: http://www.tourismtheories.org/?cat=79&lang=nl

Het is dit punt waar reisorganisaties voorzichtig moeten zijn met hun resultaat gerichte informatie, zodat de verwachtingen die men hoopt op te roepen niet tè nauw zijn om mogelijke teleurstellingen te voorkomen en zij mogen ook niet te breed zijn, daar dan nauwelijks verwachtingen opgeroepen worden.

iguazu nl

Verleidelijk plaatje dat mensen kan overhalen de Iguazu te bezoeken. Te mooie beelden van tevoren kunnen het moment van beleven beinvloeden, daar de toerist de echte waterval met de foto vergelijkt, maar zelf niet spontaan beleeft.

Reisorganisaties spiegelen mogelijke belevingen voor, die een verwachting moeten oproepen en bij voorkeur ook een behoefte. Het spektakel van een uitbarstende vulkaan met roodgloeiende lavastromen kan bij een pre-toerist een behoefte oproepen: Ik moet dit zien! De oorspronkelijke vakantie motivatie kan misschien anders geweest zijn (een strand bijvoorbeeld), maar de pre-toerist kan zich laten overhalen door de voorgespiegelde beleving. Indien de vulkaan op het moment van zijn bezoek in de mist zit, dan is de teleurstelling dubbel: aan de ene kant zijn noch de verwachting noch de bijbehorende behoefte bevredigd en aan de andere kant is de oorspronkelijke motivatie van bijvoorbeeld een strandvakantie ook enigszins gefrustreerd.

Het is allemaal een ingewikkeld samenspel van motivaties en behoeftes, de eerste verwachtingen, dan de ontwikkeling ervan door onder andere resultaat gerichte informatie en ook de ervaringen van vrienden of familieleden. De beleving zelf kan vervolgens aan allerlei interne en externe invloeden onderhevig zijn, wat ook voor de ervaring geldt. Dan is de evaluatie zelf een proces dat tijdgebonden is: een eerste evaluatie gedurende de vakantie kan met een evaluatie van na de vakantie interfereren (wanneer herinneringen nog vers zijn) en daarna – na een maand of zo – wanneer de herinneringen in het geheugen gegroepeerd zijn en de toerist alle foto’s gezien en geselecteerd heeft, kan de uiteindelijke evaluatie van de vakantie weer iets anders uitvallen. Dit brengt ons op het punt van de evaluatie van de ervaringen zelf.

Evaluatie en ervaringen

Wat een ervaring precies inhoudt binnen het bestek van het toerisme is een zaak van de psychologie. In het algemeen kunnen we stellen dat de vakantie ervaring allereerst de beleving betreft, waar dan waardes aan toegekend worden en samen met beelden, geuren en andere opnames via de zintuigen (de belevingscaloriën – BelCal) een kern in het geheugen vormen die bruikbaar is voor de vergelijking met andere ervaringen.

In het toerisme zijn er drie functies van de ervaring:

1.Het samenvatten van de beleving in de vorm van beelden en emoties;

2.Het vastleggen van de basis van de ervaring voor de vergelijking met de verwachtingen en voor nieuwe reisvooruitzichten;

3.Het vergelijken met de thuis-werkelijkheid die met nieuwe ogen bezien wordt vanwege de recent opgedane ervaringen. Het kan zo zijn, dat het resultaat van de vergelijking voor onze thuis omgeving negatief of positief uitpakt.

Met andere woorden gaat het bij een evaluatie van de vakantie niet alleen om de vergelijking met de verwachtingen, maar speelt de vergelijking met de thuis omgeving ook zo zijn rol en tenslotte moeten reiservaringen ook kunnen dienen als basis materiaal voor nieuwe reisverwachtingen. Indien een reiziger bij thuiskomst eigenlijk vindt dat zijn verwachtingen hoger lagen dan wat hij tenslotte ervaren heeft, dan kunnen we zeggen dat de reis ietsje tegengevallen is; indien hij daarbij het gevoel heeft dat zijn eigen stekje veel mooier is dan wat hij op zijn vakantiebestemming gezien heeft, dan kunnen we inderdaad stellen dat zijn vakantie geen succes geweest is, maar als daar ook nog bij komt kijken, dat de ervaringen voor een volgende reis eigenlijk alleen tot nut waren om te weten wat hij niet wil, dan lijdt het geen twijfel, dat zijn vakantie een mislukking was.

Daarnaast bouwt de toerist een zekere reiskennis op, die met zijn reiservaringen samen oplopen. Wij bedoelen daarmee, dat de toerist over concrete informatie beschikt met data zoals waar je op een vliegveld op welke borden moet kijken, wat je in je koffer niet mag meenemen, wat je van een hotel kunt verwachten en hoe je moet pinnen in een vreemd land. In he toerisme noemen we dit reiskennis, die iedere toerist beetje bij beetje opbouwt en die ook met reiservaringen te maken hebben, maar de laatste spelen eerder op het niveau van de mentale beeldvorming en omschrijvende informatie en niet alleen de materiële beelden en feitelijke informatie.

Er zijn twee manieren om een reis te evalueren:

Continue reisevaluatie:

waarbij elk onderdeel en elke ervaring direct op het moment geëvalueerd worden tegen de verwachtingen. Het is een betrouwbare manier om te evalueren, maar kan al heel snel teleurstellingen oproepen, die daarna nieuwe ervaringen kunnen beïnvloeden. Dit soort toeristen wil nog wel eens lijsten bijhouden en afstrepen wat ervan beleefd is, wat een algemeen genieten in de weg kan staan. Observatie verandert hierdoor in een voortdurende evaluatie en men neigt alleen te zien wat verwacht werd en minder gauw de andere nieuwe dingen of fenomenen, die aanwezig kunnen zijn. Dit wordt verder versterkt door het feit, dat men niet meer op het ontwikkelen van het filmrolletje hoeft te wachten en men ter plaatste al het geschoten foto materiaal kan zien, wat al een eerste aanzet tot een evaluatie is.

Uiteindelijke reisevaluatie:

de vergelijking met de verwachting vindt na de vakantie plaats. Belangrijk is hierbij, dat de vergelijking dan plaats vindt tussen de verwachting en de herinnering en niet het beleven zelf. Het is eerder een algemene evaluatie waarbij een algemene indruk en herinnering met een algemene verwachtingen worden vergeleken – beide zijn dus mentale contructies (de een wat ouder dan de ander) en de werkelijkheid speelt geen rol meer.

Mijns inziens is het evalueren van een vakantie door middel van het vergelijken met verwachtingen heel wat anders dan met motivaties. Wanneer de verwachtingen min of meer uitgekomen zijn, wil dat dan ook zeggen, dat alle reisbehoeftes bevredigd zijn? Dat geloof ik niet. Er zijn verwachtingen, die uitsluitend op het eigen reeds beschikbare geheugen materiaal gebaseerd zijn en daarmee ook direct met onze oorspronkelijk reisbehoeftes en motivaties overeenkomen. Daarna echter komt er materiaal (informatie, beelden etc.) van buitenaf ons brein binnendringen, die onze verwachtingen verder voedt, maar niet noodzakelijkerwijs nog overeenkomt met onze oorspronkelijke behoeftes. Nieuwe informatie kan nieuwe behoeftes genereren, die op hun beurt de toerist kunnen afleiden van de eerste reismotivaties. Resultaat gerichte informatie is nu juist hierop gericht om ons over te halen naar een zekere bestemming te reizen en dan wil het nog wel eens gebeuren dat we ons inderdaad laten verleiden. Dit kan een wrijving genereren tussen oorspronkelijke behoeftes aan de ene kant en de latere verwachtingen aan de andere. Het resultaat van deze wrijving wordt zichtbaar op het moment van de uiteindelijke reisevaluatie, waarbij verwachtingen misschien wel uitgekomen zijn, maar de post-toerist toch het gevoel blijft houden, dat hij eigenlijk iets anders gewild had.

Hier komt een van de methodes om de hoek kijken, waarmee vele grote reisorganisaties werken: de verwachting/herinnering overlap. Via resultaat gerichte informatie worden er duidelijke verwachtingen gecreëerd, waarbij de reisorganisaties er alles aandoen om die ook zo precies uit te voeren. Hiertoe dient het principe van de symbool gerelateerde authenticiteit, waarbij het verhaal wat over een belbron verteld wordt voor de beleving belangrijker is dan de realiteit zelve. Dit verhaal (bestaande uit informatie, materiële en mentale beelden) komt de reiziger ook gedurende zijn vakantie tegen en zijn beleven is dan ook allereerst gericht op wat hij verwacht. Bij de uiteindelijke evaluatie van de vakantie kunnen de verwachtingen die door de reisorganisatie opgeroepen zijn over de herinnering heen gaan schuiven, daar beide overeenkomen. Een reisorganisatie kan alleen het succes van een reis “garanderen”, indien de toerist zijn verwachtingen van het begin gebruikt voor zijn herinneringen aan het einde. De echte beleving, die in tijd tussen de twee in ligt, wordt naderhand simpelweg door de toerist zelf aangepast indien nodig – een toerist neigt toch eerder te zien wat hij verwacht en zal daarna pas verder kijken naar nieuwe BelCal opname. Dit principe noem ik de verwachting/herinnering overlap, waarbij duidelijk gestelde (niet te nauwe) verwachtingen door middel van symbool gerelateerde authenticiteit gedeeltelijk over de vakantieherinnering heen gaan vallen, waardoor achteraf de toerist zich voor een groot deel herinnert, wat hij van tevoren via verwachtingen ook al in gedachte had.

Indien echter de beleving zelf heel erg afwijkt van de verwachting, dan kan dat als een behoorlijke schok voor de toerist komen, zeker als het resultaat van de directe evaluatie negatief is. Bij ditzelfde soort groepsreizen die door grote reisorganisaties verkocht worden, zien we inderdaad vaak, dat als iets tegenvalt, de klacht ook direct zwaar is en de toerist heel snel het vertrouwen in de reisorgansatie kan kwijtraken. Dit betekent dat de opgeroepen verwachtingen niet te nauw mogen zijn, daar de kans te groot wordt dat iets wat anders uitvalt dan verwacht, maar aan de andere kant moet er wel een herkenbaar beeld opgeroepen zijn, zodat de toerist zich een brede voorstelling kan maken, waardoor de kans groter is, dat dit met de werkelijke beleving overeen gaat komen. Dit kan bereikt worden, door de nadruk te leggen op het verhaal achter de belbron en niet zo zeer een omschrijving van het uiterlijk ervan.

De evaluatie van wat niet verwacht werd

Zoals in vorige artikelen aangegeven was, hebben de meeste toeristen duidelijke of minder duidelijke verwachtingen van de toeristische attracties die zij gaan bezoeken. We hebben het dan over de hoofd- en nevenbelbronnen. Echter komt de toerist vele zaken onderweg tegen die geen toeristische attracties zijn, maar gewoon onderdeel vormen van het plaatselijke dagelijkse leven: de gedeelde en toevallige belbronnen. Daar het hier ontmoetingen betreft die niet duidelijk van te voren gepland waren en waarvan geen duidelijk beeld vooraf bestaat, zoals een drukke dorpsmarkt, een religieuze bijeenkomst of een brand waar men opeens getuige van is, kan de toerist er ook geen verwachtingen over koesteren. Bij elke vakantie valt er een zeker deel van wat men beleeft onder deze noemer en waarvan we ons kunnen afvragen wat de rol ervan in de uiteindelijke vakantie evaluatie is.

Vele losse beelden in ons geheugen die niet met verwachtingspatronen overeenkomen, kunnen samengevoegd worden tot één beeld: het sfeerplaatje. De atmosfeer van een plaats, zijn geuren en kleuren, de (vaak vluchtige) ontmoetingen met plaatselijke mensen of het rumoer van het dagelijke leven vormen samen een groot beeld, waaraan een toerist zijn eigen waardeoordeel kan plakken. Wat bij de toerist doorgaans speelt is hoe authentiek deze ervaringen zijn, hoe echt het was en in hoeverre de toerist het gevoel gehad heeft er even onderdeel van geweest te zijn. Bij een evaluatie speelt hier het nadeel voor dit soort belbronnen, dat de resulterende ervaringen moeilijk aan anderen over te dragen zijn en juist het zo belangrijke fotomateriaal hier tekort schiet. Een filmpje met geluid helpt misschien iets meer om die bepaalde sfeer aan vrienden of familieleden over te brengen, maar dit blijft behelpen. Het delen van een ervaring van een hoofdbelbron is in die zin iets makkelijker.

Er zijn een groeiend aantal toeristen die dit authentieke en plaatselijke steeds belangrijker beginnen te vinden voor hun vakantie ervaringen en herinneringen. Opvallend is daarbij, dat bij thuiskomst de toerist naar alle waarschijnlijkheid eerst over de hoofdbelbronnen begint te vertellen en pas veel later de verhalen naar boven komen over het plaatselijke, de ontmoetingen met mensen en de dingen die de toerist opgevallen zijn, omdat zij anders zijn dan bij hem thuis.

Men moet hierbij goed voor ogen houden, dat het in de eerste plaats om authentieke ervaringen gaat en de vraag in hoeverre het ‘echt’ authentiek was, wat de toerist beleefd heeft, is voor de evaluatie van een vakantie eigenlijk niet meer van belang. Er zijn steeds meer toeristen die begrijpen dat de object gerelateerde authenticiteit, m.a.w. hoe echt het ding of fenomeen is, niet altijd getoond kan worden. Conservering en dan niet alleen van natuur maar ook van cultuur vergt het instellen van limieten wat toeristisch bezoek betreft. Vele toeristen nemen genoegen met symbool gerelateerde authenticiteit en zijn al lang blij met de glimp die ze daarmee kunnen opvangen van hoe dingen eigenlijk in het echt toe gaan of gingen.

De evaluatie van dingen die niet verwacht werden, kan moeilijk op het niveau van het mee- of tegenvallen gedaan worden. Er valt in die zin niets te evalueren, daar men nooit iets verwachtte. Toch verwacht de toerist vaak wel, dat hij uit de gedeelde en toevallige belbronnen ervaringen zal putten. Een vakantie waar dat niet gebeurd kan omschreven worden als een saaie vakantie. De vele toeristen die naar de “all-inclusive resorts” gaan zijn het daar misschien niet mee eens, maar bij dat type vakantie zijn er nu eenmaal weinig gedeelde belbronnen te beleven.

file nl

Een file op een zonnige dag in de tropen is een onverwacht extraatje, wat moeilijk later te evalueren valt . Vaak vergeten de mensen het op het moment dat het verkeer weer in beweging komt.

Het eigen initiatief van de toerist speelt hierbij een grote rol en daarmee een stuk verantwoordelijkheid voor zijn eigen vakantie. Hoe meer de toerist die eigen verantwoordelijkheid neemt hoe groter de kans dat hij aan het einde tevreden op zijn vakantie terugkijkt – een belangrijke observatie. Wanneer een toerist vindt dat zijn vakantie een succes was en dat dit voor een heel groot deel aan hem zelf (en partner) te danken was, dan is er een groot deel aan vakantie vereisten voldaan. Voor velen is de vakantie een uitdaging en de mogelijke toename van eigenwaarde en de zelf-realisatie vormen een behoefte in die zin. Met een georganiseerde groepsreis een beroemde waterval te bezoeken is geen directe uitdaging en de bevrediging erna betreft dan ook alleen het feit van de ervaring van de hoofdbelbron.

Wat ik hiermee wil zeggen is, dat de rol van het niet-verwachte en het onverwachte bij een toerist afhangt op welke innerlijke niveau’s hij zijn bevrediging van behoeftes zoekt. Hierbij speelt de zogenaamde TL-schaal (Toeristen Lifestyle schaal) een belangrijke rol.

Reisevaluatie en duurzaamheid

Er is hierbij nog een element wat van zo’n groot belang in het toerisme is, maar waar een toerist zich van tevoren geen voorstelling van kan maken: duurzame ontwikkeling, behoud van natuur of de rol van plaatselijke identiteiten in het toerisme. De invloeden en voetsporen die de toerist achterlaat worden nog zelden door de toerist zelf geëvalueerd en er zijn nog erg weinig toeristen die gedurende hun vakantie hier geïnteresseerd in zijn. De reden is duidelijk: het bevredigt geen behoefte. Er is een hele klein groep toeristen (op de TL-schaal aan de geheel linkerkant) die zich gedurende hun vakantie daar wel mee bezig houden als onderdeel van zelf-realisatie bijvoorbeeld.

Hoeveel toeristen zijn er die aan het einde van hun vakantie eens rustig gaan zitten en hun hele reis nog eens nagaan op toegepaste duurzaamheid principes? Of het gebrek daaraan?

Nog heel weinig, ben ik bang. Wat wel vaker gebeurt, dat men gedurende de vakantie zaken opvalt die een duidelijk gebrek aan ecologische of andere motieven tonen. Als onderdeel van de continue evaluatie kan een toerist zich schuldig voelen als hij na uren door een dor landschap gereden te hebben in een hotel aankomt met weelderige tuinen, zwembaden en de sproeiers overal aanstaan. Zelfs de meeste ongevoelige toerist zal dit soort dingen opvallen. Het contrast tussen arm en rijk is een ander punt, waarbij toeristen spontaan een vraagteken plaatsen. We weten allemaal dat er vele toeristen zijn die stiekem wel foto’s wil maken van schrijnende armoede, omdat later bij thuiskomst dit het avonturen element verhoogt, maar tegelijkertijd zijn er vele toeristen die zich afvragen of ze niet een project kunnen steunen om de armoede te verlichten. In heel veel gevallen blijft het hierbij wat de duurzame bespiegelingen van toeristen gedurende of na hun vakantie betreft.

Er zijn twee manieren om dit te veranderen. De eerste is door bij de toerist een behoefte te creeëren aangaande zijn rol en invloed op het milieu en de verzachting ervan. Helpen de planeet te beschermen kan wel degelijk een motivatie vormen.

De ervaring wijst uit dat hoe meer toeristen onderweg met duurzaamheids praktijken geconfronteerd worden, hoe meer hun interesse ernaar uitgaat. Wanneer bij een hotel er duidelijke scheiding van vuilnis aanwezig is, en bij een ander niet, dan kan dat al commentaren van toeristen opleveren.

Toch is het aantal toeristen, dat daadwerkelijk proberen erachter te komen hoe duurzaam een hotel of toersten attractie werkt, nog steeds klein. Weinig toeristen zijn echt geïnteresseerd hoe een hotel zijn water verwarmt, hoe het riool werkt of hoe plaatselijk het personeel eigenlijk wel is. Ook wat bouwmaterialen zien we, dat de toerist bijna altijd eerst naar het comfort kijkt en dan pas hoe iets gemaakt is.

Wat heel vaak wel het geval is, dat toeristen ervan houden om kritisch te zijn en de meeste mensen het ook prettig vinden wanneer er naar hun opinie gevraagd wordt.

In die zin kan een betere voorbereiding van toeristen wat de duurzaamheids praktijken betreft leiden tot een kritischere houding, die dan via opinie onderzoek bevredigd kan worden. Het is een van de manieren om bij toeristen een behoefte te creeëren op het gebied van duurzame ontwikkeling, wat weer een van de basis voorwaarden is om juist de toerist direct bij een duurzame ontwikkeling te betrekken.

De tweede mogelijkheid is door duurzame gedragscodes verplicht te stellen. Men wacht dus niet af, of de toerist gemotiveerd raakt of niet, maar er worden een aantal regels ingesteld, waar de toerist van tevoren van op de hoogte gesteld wordt (internet!) en waarvan de toerist blijk moet geven dat hij de regels kent. Toen in 2001 de WTC aanslag gebeurde, stelde vliegvelden hele strenge controle maatregelen toe in naam van de veiligheid van de VS. Er is geen enkele reden om ook niet stricte maatregelen in te voeren in naam van de overleving van de Planeet.

Beide mogelijkheden kunnen tenslotte tot positieve vakantie ervaringen leiden en beide dienen dan ook serieuzer onderzocht te worden dan tot nu toe het geval is.

De vakantie kater

Na de vakantie kan de post-toerist bij het terugkeren naar zijn dagelijkse routine aan een depressie lijden. Gedurende de vakantie worden de aanpassingsvermogens behoorlijk op de proef gesteld, maar bij thuiskomst blijken die vermogens opeens ijdel te zijn. Hogere energie niveau’s moeten bijgesteld worden, vooral na een periode waarbij het activiteits niveau, de gedachtes en de emoties geheel anders waren, dan men thuis gewend was.

Bij thuiskomst na de vakantie is er ook het moment in hoeverre de vergelijking tussen de vakantie bestemming en de thuisomgeving uitvalt. Bij een geslaagde vakantie voelt men inderdaad vaak, dat de thuisomgeving tegenvalt en men er tegenop ziet zich weer aan de routine aan te passen, waaraan men voor de vakantie nu net wilde ontsnappen.

Het resultaat van de vakantiekater is vaak rusteloosheid (soms ook door een jetlag versterkt), enige depressiviteit of moeheid en ondanks het feit dat men gedurende de vakantie zou “uitrusten” en de batterijen weer opgeladen zouden worden, is het gevoel bij thuiskomst vaak het tegenovergestelde. Het effect van de vakantiekater kan een aantal dagen duren, waarna het door een zeker gevoel van weemoed gevolgd wordt naar de mooie vakantie belevingen die men gehad heeft.

Aan de andere kant kan de toerist bij thuis komst ook dingen opvallen, die hij nooit eerder zo gezien had; in die zin kan de toerist wat geleerd hebben en de vakantie ervaringen ertoe geleid hebben dat hij sommige dingen of fenomenen met andere ogen beziet.

Het gevoel van “Oost West, Thuis Best” is een zekere ervaring en misschien ook een lering voor de toerist, waar we dan wel een vraagteken bij plaatsen in de zin van hoe geslaagd zijn vakantie eigenlijk was – wat weer van zijn oorspronkelijke vakantie behoeftes afhangt. Er bestaan inderdaad mensen die met vakantie gaan om alleen voor zichzelf te bewijzen, dat de eigen thuisomgeving eigenlijk veel beter is en er zijn ook toeristen, waarbij het absoluut onduidelijk is waarom ze met vakantie gaan en niet gewoon thuis blijven.

Welke motivatie of behoefte we ook moge hebben om te gaan reizen – de drang om thuis tijdelijk te verwisselen voor een hele andere omgeving is heel oud in de geschiedenis van de mensheid.

» Deze website is niet commercieel en genereert geen inkomsten; daarom wordt het op prijs gesteld, wanneer diegenen die de inhoud ervan actief gebruiken een vrijwillige donatie maken – klein en symbolisch als die ook mag zijn – door op de DONATE toets te drukken (Paypal systeem) onderaan deze pagina «

Alle rechten voorbehouden. De gehele of gedeeltelijke reproductie is verboden zonder de toestemming van Marinus C. Gisolf en zonder bronvermelding

Geef een reactie


− 1 = 8


Authenticiteit

Alle rechten voorbehouden. De gehele of gedeeltelijke reproductie is verboden zonder de toestemming van Marinus C. Gisolf en zonder bronvermelding

Authenticiteit en Toeristen

Vele reizigers en zeker alle toeristen zijn in hoge mate geïnteresseerd op hun vakantie bestemming dingen of fenomenen te vinden, die authentiek zijn voor een streek. Men denkt wel eens, dat het om basis voorwaarden van een vakantie gaat, waarbij de toerist dus, per definitie, in een zone zit die anders is dan zijn thuis omgeving en dus zaken wil beleven die typisch, oorspronkelijk en echt van die streek zijn.

Deze zoektocht naar het andere of het verschillende kan wel eens idealistische voorstellingen of droombeelden aannemen. Bij authentiek denkt men nog wel eens aan eerlijke mensen, die met eerlijke arbeid de eerlijke grond bewerken en eigenhandig echte en originele producten creeëren. Bij dit beeld passen geen vakbonden, kerncentrales of files op de snelwegen. Men zoekt die unieke plek, waar nog de verbondenheid tussen verleden en heden bestaat. Wanneer we dit koppelen aan reizen naar verre continenten, dan wordt het beeld nog gemengd met een zoektocht naar primitiviteit, exotische rassen en historische stagnatie. Een beeld waar de onderontwikkelden onderontwikkeld moeten blijven en de armen arm. Het is dit beeld van authenticitiet, dat over brede lagen van de Westerse bevolking nog steeds speelt.

Uiteraard is de realiteit anders en in de eerste plaats is authenticiteit iets door de ogen van de mens gezien, want dingen of fenomenen zijn daarnaast gewoon zoals ze zijn, met of zonder etiket van authenticiteit.

Wat oorspronkelijk en echt was voor een streek, was plaats gebonden, wat weer samenhing met de geologische en geografisch karakteristieken van die zone. Niet alleen in het Westen, maar langzamerhand over de hele wereld zijn economische en sociale ontwikkelingen bezig gemeenschapsstructuren te veranderen en wordt het typisch plaatselijke steeds vager. Het plaatsgebondene begint te veranderen in tijdsgebondenheid. Over de jaren dertig van de vorige eeuw hebben we nu een beeld van wat voor ons authentiek voor die tijd was. Echter kan die notie anders zijn voor toekomstige generaties.

Daarnaast is er de tendens van de vervlakking. Onder de invloed van onder andere globaliserende tendensen, neigen zaken er allemaal een beetje hetzelfde uit te zien. Het authentieke moet iets historisch en origineels hebben, en zodra dit wordt opgenomen binnen de grote “kudde” valt het unieke weg en noemen we het niet langer authentiek.

Authenticiteit moet zowel cultuur-historische als identiteits elementen in zich verenigen. Er zijn cultuurhistorische elementen die ver van ons afstaan en daardoor niet meer tot onze identiteit behoren. Ook kan een stuk identiteit zo recentelijk gevormd zijn, dat het nog geen deel uitmaakt van de cultuurhistorie. Authenticiteit kan dus op het raakvlak van cultuur-historie en identiteit van een plaats gevonden worden.

Het toerisme bezien wij als een activiteit waar de toerist centraal in staat en in het geval van die toerist staat weer zijn beleving in het kernpunt van wat we toerisme noemen. Het gaat om de opname van BelCal op vrijwillige basis in een gebied wat anders is dan de thuis omgeving van de toerist en hij moet daar ook nog eens minimaal een nachtje doorbrengen. Dat wordt toerisme genoemd.

Het moge duidelijk zijn dat de vraag of iets authentiek is in het toerisme gekoppeld moet worden aan de vraag of de toerist er BelCal uit kan opnemen en of dit tot een unieke en authentieke ervaring leidt of niet. De band tussen authenticiteit en beleving nemen wij hier als een vaststaand gegeven aan en we kunnen zelfs veronderstellen, dat authenticiteit een middel is tot het doel van de beleving.

In dit verband zijn er grofweg drie benaderingen:

Object gerelateerde authenticiteit in het toerisme:

objectieve authenticiteit verwijst naar de authenticiteit van het originele. Een authentieke ervaring hangt daarmee af van het echte. Voorbeeld: een volksdans wordt als echt ervaren, maar als de dansers niet plaatselijk zijn, dan is het dat dus niet.

Symbool gerelateerde authenticiteit in het toerisme:

verwijst naar de authenticiteit die geprojecteerd wordt op objecten door toeristen of toeristische ondernemers door middel van hun fantasie, verwachtingen, voorkeuren, geloof etc. Er zijn verschillende versies van authenticiteit behorende bij hetzelfde object. Deze authenticiteit is symbolisch. De echtheid van het object en de echtheid van de ervaring hangen samen.

Activiteits gerelateerde authenticiteit in het toerisme:

Existentiële authenticiteit verwijst naar een staat van het authentieke Zijn als persoon. Dit kan mogelijk geactiveerd worden door toeristische activiteiten. Existentiële authenticiteit kan iets te maken hebben met de authenticiteit van een object, maar dat is niet noodzakelijk. Voorbeeld : met vissen kun je je Wezen ontspannen.

Hoe ingewikkeld de problematiek rond authenticiteit ligt blijkt uit het feit, dat binnen een object of fenomeen er ook lagen van authenticiteit te onderscheiden zijn. Er zijn er vier:

Materiële authenticiteit – het object zelf behouden

Conceptuele authenticiteit – de intentie (van de kunstenaar) bewaren

Contextuele authenticiteit – de omgeving bewaren

Functionele authenticiteit  – het functioneren behouden

De vier bovengenoemde facetten kunnen niet tegelijkertijd toegepast worden. Het laten rijden van een ‘oldtimer’ op de weg betekent functionele authenticiteit, maar onderdelen slijten, dus de materiële authenticiteit kan niet meer gewaarborgd worden. Men kan de auto in een museum zetten, maar dan wordt de contextuele authenticiteit

geschaad. Met andere woorden vindt men hier de breuk met het verleden; een ding of fenomeen kan nu eenmaal niet tegelijkertijd in het verleden en precies zo in een modernere tijd bestaan.

Guate nl

In Guatemala de mensen dezelfde soort kleren met of zonder toeristen – het is een onderdeel van een culturele erfenis.

Een plaatselijke bevolking kan de lokale klederdracht aantrekken voor wanneer er toeristen komen, en in dat geval is dit niet authentiek vanuit het oogpunt van de object gerelateerde authenticiteit. Echter kunnen toeristen achteraf wel het gevoel hebben, dat ze een authentieke ervaring gehad hebben, in welks geval we dus van de symbool gerelateerde authenticiteit kunnen spreken. Indien de plaatselijke mensen de hele dag toch al in hun typische kleren rondlopen met of zonder toeristen, dan is het wel een geval van object gerelateerde authenticiteit.

Authenticiteit en Belevingsbronnen

De beleving, oftewel de opname van BelCal, en het processeren hiervan tot een ervaring kan alleen, indien er een reden voor de toerist is om BelCal bewust op te nemen. Hiertoe hebben we de term belevingsbron geïntroduceerd en die in vieren verdeeld.

Twee ervan, de hoofdbelbron en de nevenbelbron zijn in principe speciaal voor toeristen gemaakt, of indien al aanwezig, van toegang en infrastructuur voorzien. Daarnaast kunnen dit soort belbronnen nog wel eens geënsceneerd worden (in het Engels is het de term ‘staged authenticity’) of als pseudo-gebeurtenissen vertoond worden. In deze gevallen moet er voor ogen gehouden worden, dat tenslotte de ervaring die de toerist heeft van belang is. Een Canopy Tour (nevenbelbron – boomtop slingeren) wordt verkocht als een manier om dichter bij de natuur te zijn en vooral om de kans te hebben de flora en fauna op boomkruin niveau te kunnen waarnemen. Echter in de praktijk betreft het voor velen eerder een kermisattractie goed voor een gezonde dosis adrenaline, dan een manier om geschikt de natuur te vorsen. Andere soorten attracties die onder de hoofd- of nevenbelbronnen vallen zijn wat in het Engels ‘recycled history’ heet, oftewel het in scene zetten van een middeleeuws spektakel, bijvoorbeeld. Indien dit goed gedaan wordt, kan het inderdaad een geweldige ervaring voor de toerist opleveren en op die gronden kunnen we het authentiek noemen, maar dan wel de symbool gerelateerde authenticiteit (de symbolische waarde ervan). Een ander geval is dat van een mooie oude kerk of kathedraal. Tegenwoordig zijn vele oude kerken toeristische bezienswaardigheden; met andere woorden gaat het om de opname van BelCal voor een historisch georiënteerde ervaring en van de oorspronkelijke functie als gebedsplaats is dan weinig over. Hoe authentiek is dit? De kerk is nog steeds een kerk, maar voor geheel andere doeleinden gebruikt. In dit geval is het cultuurhistorische deel van authenticiteit aanwezig, maar het identiteits gehalte wordt twijfelachtig, daar de kerk eigenlijk op hetzelfde niveau als een winkelcentrum wordt geplaatst met bijbehorend identiteits verlies. Er is dus inhoudelijk sprake van een gebrek aan conceptuele authenticiteit. Ook hier kan men zeggen, dat zolang de toerist er een interessante ervaring aan overhoudt, het binnen het begrip authentiek zou moeten vallen, echter in welke mate deze ervaring echt het innerwezen van die toerist raakt, is niet duidelijk.

Andere voorbeelden zijn natuurfenomenen – een indrukwekkende vulkaan of waterval bijvoorbeeld. Het betreft hier de echte “wow!-moments” waar een toerist in ondergedompeld wordt. De confrontatie met een overweldigend natuurlijk fenomeen en het bijbehorende gevoel hoe nietig de mens is kunnen tot ons diepere innerwezen doordringen. Onuitwisbare herinneringen en onvergetelijke ervaringen zijn het gevolg. Het historische element, het unieke, de symboliek en de identiteit die het fenomeen in de streek of regio inneemt samen met de directe ervaring van de toerist betekenen, dat het hier authentieke verschijnselen betreft, die dan uiteraard hoofdbelbronnen vormen.

Hoewel we dus over object gerelateerde authenticiteit praten, zien we vaak dat vele reisorganisaties (onder andere) veel resultaat gerichte informatie over een beroemde waterval geven, waarmee een materieel beeld gevormd wordt, dat op de toerist gericht is en dan vooral op de mogelijke authenticiteit van zijn ervaring en niet op de authenticiteit van de waterval zelf. Hoge en nauwe verwachtingen belemmeren de directe verwerking van BelCal opname in die zin, dat de toerist de waterval niet als een losstaand fenomeen beschouwt, maar afweegt tegen zijn verwachtingen. We hebben een (object gerelateerd) authentiek fenomeen (de waterval), maar de toerist behandeld het als of het symbolische beladen is.

Bij deze ervaringen en hun voorafgaande verwachtingen bij de hoofd- en nevenbelbronnen denken we ook in de eerste plaats aan de materiële beeldvorming, die weer zo typisch is voor de resultaat gerichte informatie (verkoops info onder andere). De toerist heeft zich al een aantal min of meer concrete beelden gevormd van wat hij gaat beleven en op het grote moment van de confrontatie met de werkelijkheid kan het verder mee- of tegenvallen of het kan meer of minder authentiek zijn.

Een heel ander verhaal is het geval van de gedeelde belbronnen. De toerist die in zijn (huur)autootje een vreemd land doorkruist, ziet het dagelijkse leven overal om hem heen. Het feit alleen al, dat het normaal dagelijks leven betreft en daardoor binnen die samenleving niet uniek genoemd kan worden geeft aan, dat dit niet authentiek zou zijn. Een moeder met een kindje loopt naar de supermarkt – hoe authentiek is dit? Niet dus, door gebrek aan uniciteit. Een toerist vindt het misschien best leuk om te zien, hoe bij andere gemeenschappen of volkeren zich het dagelijkse leven voltrekt, maar de eruit voortvloeiende individuele ervaringen noemen we in principe niet authentiek. Echter is er wel iets anders aan de hand. Elk dorp waar ook ter wereld heeft op een of andere manier zijn eigen kleuren, geuren en geluiden, ademt een zekere atmosfeer uit en heeft iets unieks als gemeenschap, hoewel de componenten van dit totaal plaatje op zichzelf niet uniek hoeven te zijn. Wat maakt een dorpje in Frankrijk zo anders dan een dorp in Chile? Het is de opname van reeksen BelCal gedurende een zekere periode, die de toerist de mogelijkheid geeft verder te reiken dan alleen een serie individuele ‘opnames’ om tenslotte een mentaal totaalplaatje te construeren, dat zijn herinnering ingaat als zijnde de entourage en sfeer van die plaats als unieke zowel als cultuurhistorische eenheid. Wat maakt de Fransen zo Frans of de Chilenen zo Chileens? Het gaat hier dus juist om de zogenaamde gedeelde belbronnen en het zijn juist deze series BelCal opnames die tot langdurige ervaringen leiden door de langere tijdsspan en grotere graad van moeilijkheid om sfeer indrukken te verwerken. Natuurlijk is het beeld van oude mannen met alpinopetjes op die op een dorpsplein ‘jeu de boule‘ spelen authentiek, netzo als ‘los guasos’ in Chili die hun ‘media luna‘ hebben, maar dat zijn detalles van een groter plaatje.

Nu we het over de atmosfeer en het totaalbeeld van een plaats hebben is het duidelijk, dat het hier om mentale beelden gaat, die doorgaans al van tevoren gevoed waren door de zogenaamde omschrijvende informatie die de toerist opgevangen had. Mentale beeldvorming speelt dus een veel grotere rol bij de toerist die alleen of met een klein groepje door een land reist dan bij het grote groeps- of resorttoerisme.

Het moge ook duidelijk zijn, dat niet iedere toerist hier open voor staat en ook dat eenieder op zijn eigen wijze de sfeer van een plaats “leest” en interpreteert. Hoe goed een toerist kan observeren (BelCal opname), hoe zijn verwachtingen ingesteld zijn en in hoeverre de toerist zich openstelt nieuwe geuren te ruiken en nieuwe gerechten te proeven, is bij elke toerist weer anders. Er zijn vele toeristen die voor de hoofdbelbronnen komen en niets (willen/kunnen) zien van wat er verder om hen heen is. Een voorbeeld hiervan is, wanneer toeristen het bos in trekken om de beroemde Quetzal vogel te zien en daar zo opgebrand zijn, dat ze verder niets zien en dus ook geen BelCal opnemen. Aan het einde van de wandeling komt dan ook de vitale vraag: “Heb je ‘m gezien of heb je ‘m niet gezien?” Degenen die helaas het vogeltje niet hebben kunnen waarnemen zijn dan diep bedroefd en hebben een verloren reisdag, ondanks het feit dat ze door een van de mooiste nevelwouden ter wereld gelopen hebben.

Afgezien van de mentale beelden, waar verwachtingen op gebaseerd zijn, weet een toerist doorgaans weinig van tevoren over die speciale sfeer en dat typische karakter van een plaast en zijn mensen. De hoofd- en nevenbelbronnen worden bezocht op basis van (materiële) verwachtingen, maar op het punt van de gedeelde (en ook toevallige) belbronnen ligt dit anders. Er is slechts één groep toeristen, die zich uitgesproken laat leiden door mentale beeldvorming: het rugzak toerisme. De ‘backpackers’ gaan allereerst voor de sfeer op een plaats en laten zich verder door toevallige belbronnen en incidentele ontmoetingen leiden.

Dit kan ook het geval zijn bij reizigers in het algemeen. Zij hebben een duidelijke of dwingende reden om te reizen. De grootmoeder die naar een ander land (of streek) reist om haar net geboren kleinkind te zien, wil naast alle huishoudelijk hulp die zij biedt er ook wel eens tussen uit om de lokale omgeving te bezoeken – ze kan eventjes toerist worden, netzo als de uitgenodigde hoogleraar die tussen internationale workshops door iets plaatselijks wil zien. Deze reizigers kunnen zich al dan niet openstellen voor het plaatselijke cultuurhistorische leven, maar dan wel met het verschil, dat deze reizigers zich vaak mentaal niet of nauwelijks voorbereid hebben en niet in eerste instantie door verwachtingspatronen geleid worden. In die zin stellen zij ook geen eisen en hangen niet zozeer de Klant uit, wat bij toeristen (en zeker bij de psychocentrische kant van deTL-schaal) vaak wel het geval is, zie ook het aritkel over de Life Style Scale: http://www.tourismtheories.org/?cat=106&lang=nl

Het is het waard in een schema vast te leggen hoe de hoofd- en nevenbelbronnen aan de ene kant en de gedeelde en toevallige belbronnen aan de andere een invloed op het toerisme uitoefenen:

Hoofd/Nevenbelbron

Gedeelde/Toevallige belbron

Informatie bronnen

Resultaat gerichte info

Omschrijvende info

Verwachtings patroon

Materiële Beelden

Mentale beelden

Verwachting toerist

Veel

Weinig

Idealisme schaal

Allocentrisch laag, psychocentrisch hoog

Allocentrisch hoog, psychocentrisch laag

Reis Organizaties

Gecontroleerde verwachtingen

Geen controle

Authenticiteit

Symbolisch

Objectief / existentieel

Doel v/d toerist

Voelen, doen

Leren, zijn

Deze tweescheiding laat de extremen zien en zoals elke menselijke activiteit ligt de werkelijkheid hier ergens tussenin. Dit schema helpt om een duidelijker beeld te hebben hoe de toerist de verschillende belbronnen beleeft, vanaf het eerste moment van informatie inwinning tot de uiteindelijke min of meer authentieke ervaring die hij gekregen heeft.

Authenticiteit ligt in een samenleving verankerd. Aan de ene kant is er het argument, dat alles wat de toerist als authentiek ervaart ook zo is, maar de discussie houdt daar niet mee op. In die zin moet men altijd voor ogen houden, dat wat voor de toerist authentiek is, in de praktijk van de plaatselijke mensen misschien een normale dagelijkse sleur is. Uiteraard is het tegenovergestelde ook waar: wat de bevolking zelf als authentiek van hun cultuur ervaart, hoeft niet als zodanig door de toerist gezien te worden. Twee visies en twee werkelijkheden spelen hier op hetzelfde moment hun rol aangaande dezelfde zaken en fenomenen. In mijn boek “Tourists and Sustainability” had ik al eens het beeld geschetst van een vrouw in een kleine plattelands gemeenschap in een ontwikkelings land, die met een wateremmer op haar hoofd over een zandweg loopt. De voorbijkomende toerist flitst zijn camera; zij schrikt even, maar herneemt haar stap. De toerist draait tevreden om en is blij met zijn authentieke foto. Wat weet hij van het harde leven door watertekorten teweeg gebracht?

 

wateremmer nl

Voor een toerist is dit een authentieke foto, voor de vrouw het dagelijkse leven om water tekorten op te lossen. Twee werelden en twee werkelijkheden.

Authenticiteit en Reisorganisaties

Het concept van het toerisme zoals het hier gehanteerd wordt gaat ervan uit, dat de toerist centraal staat en gaat zelfs nog een stap verder door te stellen, dat het moment van beleven – ook wel het “wow!-moment” genoemd – de kern vormt, waar de hele zaak omdraait. In die zin moet men goed beseffen, dat het feit dat reisorganisaties hun best doen om ervoor te zorgen, dat een toerist op een zeker moment van een hoofd- of nevenbelbron kan genieten, dit niet betekent, dat wanneer de toerist bij de hoofdbelbron is afgeleverd daarmee het toerisme ophoudt. Het moment, dat de toerist bij zijn belbron aankomt betekent, dat de reisorganisatie die door de toerist daartoe ingeschakeld was, zijn werk gedaan heeft, maar ook dat hetzelfde toerisme – het beleven – dan pas eigenlijk begint. De vakantie cyclus van een toerist valt in vier delen uiteen:

  1. De informatieve etappe (pre- en post-tourist);

  2. De etappe van feitelijke invulling, het van te voren regelen van zaken en/of de aanschaf van vakantie arrangementen – dit alles in het land (of streek) van herkomst van de toerist (pre-tourist);

Dan volgt de reis naar de bestemming (reiziger)

  1. De reis naar de bestemming; verdere informatieve etappe met of zonder aanschaf van arrangementen (of het reserveren van diensten) op de plaats van die bestemming (toerist);

  2. Het gebruik van infrastructuur (hotels, transport, restaurants, souvenirs winkels, wegennet, etc.) en het beleven door middel van de verschillende belbronnen; tenslotte is er de reis terug (toerist).

Dan de reis terug naar af (reiziger).

Bij thuiskomst begint de eerste informatieve etappe weer op twee niveau’s: eerst als informatie verstrekker voor toekomstige toeristen naar de bezochte bestemming (vooral aan vrienden, familieleden of bekenden) en ten tweede is het ‘t begin van de volgende vakantie, wijs geworden door voorgaande ervaringen, nemen we aan.

De rol van reisorganisaties in het toerisme betreft dus slechts een deel van wat de toerist allemaal doet, en daarbij zijn er vele gevallen (meer dan de helft zelfs) dat reisorganisaties noch in het land van herkomst van de toerist noch op de bestemming gebruikt worden.

Toeristen willen bij voorkeur alles zien op een bestemming wat bezienswaardig is, en daar valt ook het authentieke onder. Reisorganisaties in het land van herkomst van de toerist spelen een belangrijke rol hierbij door allereerst aan toeristen duidelijk te maken wat bezienswaardig is, en daarna de mogelijkheid te bieden de toerist te helpen op die plaatsen te komen en dit geldt al helemaal voor de psychocentrische kant van de idealistische toeristen schaal (groeps en resort toerisme onder andere). Het toeristisch aanbod wat van de reissector komt is gebaseerd op wat de verschillende bestemmingen te bieden hebben, en daarnaast kijkt men hoe er verder ingespeeld kan worden op de wensen en vooral de verlangens van de toerist. Zie ook: http://www.tourismtheories.org/?cat=89&lang=nl

Er zijn de toeristenorganisaties in het land van herkomst van de toerist (reiswinkels, ‘tour operators’, of direct aan het publiek verkopende internet bedrijven) als ook op de plaats van bestemming, waar lokale agenten of kleine ‘operators‘ zitten, nog niet te spreken over de hotels en toeristenattracties zelf, die ook proberen direct contact met de toerist te hebben en direct overnachtingen of attracties aan het publiek aan te bieden (zowel aan reizigers in het algemeen als specifiek aan toeristen). Deze gehele sector van aanbieders gaat wat authenticiteit betreft uit van de symbool gerelateerde authenticiteit en concentreert zich dus allereerst op die fenomenen die een authentieke ervaring voor de toerist kunnen opleveren. We hebben inmiddels gezien dat dit op tweeërlei manier kan: ten eerste zijn er de bestaande belbronnen en ten tweede zijn er de speciaal voor toeristen gecreeërde belbronnen (geënsceneerde bronnen of een herleven van de historie, bijvoorbeeld). Het kan hier in beide gevallen zowel hoofd- als nevenbelbronnen betreffen. Deze belbronnen worden al snel door reisorganisaties of door reisgidsen als authentiek omschreven, daar toeristen juist dan er geïnteresseerd in zijn. Een attractie wordt een symbolische waarde gegeven of met andere woorden wordt er een verhaal bij verteld, dat die attractie in een cultuurhistorisch en uniek daglicht moet plaatsen. Het is misschien goed hier nog eens de nadruk op te leggen, dat het dus niet op object gerelateerde of existientiële authenticiteit gaat of met andere woorden, dat het niet in de eerste plaats om de echtheid van iets of van een fenomeen gaat of een wezenlijke verandering van de toerist zelf. Wij kunnen vanuit het oogpunt van de reisorganisaties een hoofd- of nevenbelbron omschrijven als een toeristische attractie, die gezien kan worden als de verhouding tussen de bezoekers, het object of fenomeen zelf en het beeld wat ervan gegeven wordt. Het is daarom belangrijk te onderkennen, dat de toeristische attracties zoals aangeboden door reisorganisaties ten eerste aangeven, dat de toerist de mogelijkheid heeft tot BelCal opname en ten tweede dat die mogelijkheid betrekking heeft op de verhouding tussen mens, ding en de symbolische waarde van de tweede. Deze verhouding die aanleiding kan geven tot BelCal opname van een toerist wordt tot op zekere hoogte door reisorganisaties en plaatselijke infrastructuur beheerst en gebruikt.

 

ossewagen nl

De symbolische authenticiteit: het verhaal dat er over vroegere transportmiddelen verteld wordt moet een authentieke ervaring opleveren.

Wat authenticiteit bij hoofd- en nevenbelbronnen betreft zijn bovengenoemde observaties genoeg voor dit moment – uiteraard hebben reisorganisaties nog vele andere functies en rollen te vervullen.

Zoals in het vorige deel was aangegeven zijn er, behalve de hoofd- en nevenbelbronnen, ook de gedeelde en toevallige belbronnen. Voor reisorganisaties is het een heel ander verhaal hoe zij hier gebruik van kunnen maken, daar het hier eerder mentale beeldvorming betreft en niet direct de materiële. In hoeverre reisorganisaties kunnen inspelen op mentale beeldvorming en hoe zij sfeerplaatsjes kunnen duidelijk maken aan potentiële toeristen is niet altijd makkelijk aan te geven.

Al eerder heb ik erop gewezen, dat het hier om de allocentrische kant van de TL-schaal gaat en dat punten zoals zelf-realisatie daarbij belangrijk zijn. Er zijn een groeiend aantal reisorganisatie die daar wel degelijk proberen iets mee te doen.

Er zijn hele duidelijke voorbeelden, zoals het geval van de grote steden, waarbij het makkelijker is de gedeelde belbronnen te “verkopen”. Parijs heeft een zekere atmosfeer en velen hebben daar wel iets van gehoord of van gezien. Dit geldt in het algemeen voor vele grote steden en het is die speciale atmosfeer van zo’n stad die reisorganisaties proberen op potentiële toeristen over te brengen. Dit soort gedeelde belbronnen vormen een attractie op zichzelf, waardoor het makkelijker wordt dit aan te geven, dan in het geval dat gedeelde belbronnen dichtbij hoofd- of nevenbelbronnen zijn. Een ander voorbeeld van op zichzelf staande gedeelde belbronnen is het geval van het plattelands toerisme (‘rural community tourism’).

Onder druk van duurzame toeristische ontwikkeling van streken, landen of regio’s komt er steeds meer nadruk op de ontwikkeling van plaatselijke toeristische projecten, die tot doelstelling hebben de plaatselijke bevolking de kans te geven deel te nemen in toeristische ontwikkelingen. Afhankelijk van de omstandigheden kan het hier dagtours betreffen of ook projecten, waarbij de toerist een aantal dagen in een gemeenschap doorbrengt. Het geeft de toerist de mogelijkheid even in de schoenen van de plaatselijke mensen te treden, met hen de maaltijd te delen en te kunnen mee leven met hun dagelijkse beslommeringen. Het gaat dus in dit geval aan de ene kant om de object gerelateerde objectiviteit (“echt authentiek dus”) en aan de andere kant om de existentiële authenticiteit, waarbij de verrijking van het eigen ‘ik’ als authentieke ervaring centraal staat. De allocentrische kant van de idealistische schaal heeft daar interesse in en een groeiend aantal toeristen wil een keer zo’n soort ervaring hebben. Ook hier spelen de gedeelde belbronnen dus de hoofdrol en de potentiële BelCal opname die de toerist aangeboden wordt domineert op twee niveau´s. Allereerst is er de sociale ervaring die de toerist kan hebben, die hand in hand gaat met de mogelijkheid iets van hemzelf te geven en juist op sociaal niveau ook een inbreng te hebben. Dit is dan ook een van de redenen, dat de toerist voor dit soort mogelijke ervaringen gekozen heeft en heeft te maken met de activiteit gerelateerde authenticiteit (existentieel). Daarnaast is er het niveau van de mentale beeldvorming en het assimileren van korte indrukken, totdat er een totaal beeld verkregen wordt, dat weer verder open staat om met andere indrukken geassociëerd te worden. De verrijkende ervaring waar deze toerist op uit is betreft in wezen een plaatselijke ‘lyfestyle‘ waar hij wel of niet besluit dingen van over te nemen. Het is het soort ervaring, waarbij de toerist even ophoudt zich toerist te voelen, even geen klant kan zijn en zijn eigen bed moet opmaken. Ook hier is het belangrijk, dat er vele nieuwe dingen beleefd worden, maar niet teveel, want dan zou door gebrek aan referentie materiaal het opeens eng kunnen worden. Het plattelands toerisme vormt tot nu toe nooit een vakantie op zichzelf, maar wordt doorgaans vooraf gegaan of gevolgd door hele andere toeristische activiteiten.

Reisorganisaties bewandelen dan ook in deze gevallen een diplomatieke middenweg, door het ‘andere’ en het exotische aan te prijzen, terwijl er via beelden onder andere toch duidelijk gemaakt wordt, dat dit ‘andere’ wel degelijk herkenbaar is. Algemene reclame kreten die een reisorganisatie kan gebruiken zijn bijvoorbeeld “U komt terug als een Peruviaan” (reisorganisatie die een rural community beleving in Peru aanprijst) of “u kunt een land niet verlaten zonder er vrienden gemaakt te hebben” en daarnaast wordt er nadruk gelegd op het feit, dat een lokale gemeenschap met het bezoek van de toerist economisch gebaat is.

Authenticiteit en plaatselijke toeristen

Wat er tot nu toe over toeristen gezegd is, heeft voor het grootste gedeelte betrekking gehad op het internationale en intercontinentale toerisme. Reizigers binnen het eigen land echter kunnen ook als toeristen aangemerkt worden. De grens tussen binnenlandse toeristen en reizigers is overigens vaag en er ligt een breed grijs terrein tussen de twee uitersten. Vanuit het oogpunt van het onderwerp wat ons hier bezig houdt, moeten we een onderscheid maken tussen binnenlandse toeristen die naar een deel in eigen land gaan wat noch wat taal betreft noch in cultureel opzicht erg anders is dan hun eigen omgeving en het geval, dat de mensen binnen een eigen land naar een gebied reizen, dat in vele opzichten totaal anders is, zoals bijvoorbeeld het geval is in vele Latijnse landen, in Azië of in Afrika, waar binnen een land er vele bevolkings groepen zijn die, onder andere, andere talen spreken.

De eerste groep is toeristische gezien doorgaans groot. We denken dan aan de vele stadsmensen die in hun vakantie een aantal dagen naar een nabij gelegen strand trekken of juist het platteland op. Deze plaatselijke toeristen weten wat ze kunnen verwachten en kennen al vaak de bestemming. Vele van deze toeristen komen voor vertier en slechts een klein deel om nieuwe persoonlijke ervaringen op te doen of om iets te leren. Wat de authenticiteit aangaat, hangt dit sterk van de bestemming af. Indien deze geheel is aangepast aan massa bezoek (zoals bij strand bestemmingen) dan blijft er doorgaans weinig authentieks over, maar verlangt de toerist dit ook niet.

Bij kleinere dorpjes zijn er wel authtentieke elementen over, die extra waarde aan vakantie ervaringen aan lokale toeristen kunnen geven. De plaatselijke bevolking staat doorgaans ook iets meer open lokale gebruiken met landgenoten te delen, dan met buitenlanders. Er blijft het punt dat de authenticiteit bij dit soort toeristen of reizigers geen dominerende rol speelt.

Een heel ander verhaal is het tweede geval, waarbij men in eigen land naar een regio reist, die totaal anders is op zowel linguistische als cultuurhistorische niveau’s. Hier is dus veel van toepassing wat over internationale toeristen gezegd is, maar er zijn ook verschillen.

Informatie voorziening bij het reizen in eigen land ligt anders en bronnen zijn veel breder wat inhoud en bereik betreft. De mogelijkheden om zelf reizen te regelen of er gewoon op uit te trekken zijn ook groter. Communicatie systemen in eigen land zijn goedkoper en makkelijker te gebruiken. De redenen, waarom men naar gebieden in eigen land reist die totaal anders zijn dan de thuis omgeving, zijn in principe hetzelfde als in het geval bij het internationale toerisme.

Om dezelfde reden, gaan we ervan uit wat authenticiteit betreft, dat er van de kant van de plaatselijke toerist interesse bestaat, maar ook dat deze interesse tegen de achtergrond van de eigen cultuur gezet wordt. Men blijft binnen eigen landsgrenzen en daardoor is er een interesse in het eigen land en alle cultuur vormen die zich daar voordoen. Dit laatste punt zien we bij internationale toeristen uiteraard niet: de interesse om de cultuurhistorie en identiteiten van landgenoten te leren kennen. Het authentieke speelt hierbij een fundamentele rol en vormt vaak de hoofdreden voor een bezoek. Het soort toerist kan ook hier aan de linkerkant van de idealen schaal geplaatst worden, maar in hoeverre de verrijking van het eigen ik en de existentiele authenticiteit een rol spelen, is niet duidelijk. De indruk is, dat in deze gevallen van plaatselijk toerisme er wel degelijk een element van het leren bijzit en daarbij van het contact maken met landgenoten. Mogelijke hulp aan armere bevolkings groepen kan een motief zijn en in sommige gevallen vanwege de wil om andere culturen binnen het eigen land te behouden, daar die door de globaliserende stoomwals bedreigd worden.

Het gaat dus dan niet alleen om de authentieke ervaring van de plaatselijke toerist, maar ook om het behoud van die authenticiteit zonder die oude visie van de arme moeten arm blijven want het is zo authentiek. Wat dit punt betreft zien we een wezenlijk verschil tussen internationaal en plaatselijk toerisme. Hierbij moet toegevoegd worden dat deze scheiding niet zwart wit is en ook internationale toeristen zich actief kunnen inzetten voor het behoud ergens van.

Een ander grijs gebied betreft het toerisme uit buurlanden. Er zijn vele gevallen, dat het toerisme uit een buurland vanwege de fysieke nabijheid meer weg heeft van plaatselijk toerisme dan van internationaal toerisme van mensen uit andere culturen en van andere tradities.

Anti-authenticiteit

Om dit artikel over authenticiteit af te ronden moeten we ook noemen wat zo’n beetje als het tegenovergestelde van authenticiteit beschouwd kan worden. Plaatsen die geen enkele cultuurhistorische binding hebben en met een duidelijk gebrek aan enige vorm van identiteit. Ze worden ook wel de niet-plaatsen genoemd en zijn een fenomeen dat zich sinds de jaren zeventig in snel tempo over de hele wereld verspreid heeft en wel eens als het baken van de moderne globalisatie gezien wordt: airports, shopping malls, road restaurants of international hotels. Het is ook het beste de Engelse namen voor dit soort plaatsen te gebruiken en zij belichamen wat we de anti-authenticiteit kunnen noemen: plaatsen die er op gericht zijn, dat iedereen van waar ook ter wereld en van welke cultuur dan ook zich er rustig kan voelen en waarbij er voor iedereen tenminste iets herkenbaars is. Het zijn ook plaatsen die onlosmakelijk met consumptie en handel verbonden zijn en allemaal ook een zekere luxe uitademen. Het zijn de plaatsen waar mensen – onder andere toeristen – weinig herinneringen aan over houden en aan ervaringen geen enkele, of het moesten de ontmoetingen met medemensen zijn.

Het interessante van deze plaatsen ligt er voornamelijk in, dat zij als contrast dienen van waar we het in dit artikel over hebben: cultuurhistorische gebondenheid, plaats- en/of tijdsgebondenheid, eigen identiteit, typische kleuren en geuren van een plaats, de gewoontes van de mensen, de verbondenheid met de aarde, de betekenis van zon en maan en het diepere geloof wat ermee samen gaat. Mochten vroeger treinstations in een hele duidelijke stijl gebouwd zijn en in vele steden bouwkundige hoogtepunten vormen (en bezienswaardigheden) kan men dat van een modern stationsgebouw eigenlijk niet meer zeggen. Het argument dat de toerist zijn BelCal moet opnemen en dat juist daarvoor een authentiekere architectuur interessanter zou zijn, vindt geen gehoor.

Het drijft ons te ver van het onderwerp van de authenticiteit om nog in te gaan op de vraag, waarom juist gedurende de versnelde ontwikkeling van het massatoerisme als hoofdzakelijk economische activiteit ook deze anti-authenticiteit zich mede ontwikkelde. Ik laat het dus alleen bij de observatie van het bestaan van deze zwarte gaten in het culturele universum.

» Deze website is niet commercieel en genereert geen inkomsten; daarom wordt het op prijs gesteld, wanneer diegenen die de inhoud ervan actief gebruiken een vrijwillige donatie maken – klein en symbolisch als die ook mag zijn – door op de DONATE toets te drukken (Paypal systeem) onderaan deze pagina «

Alle rechten voorbehouden. De gehele of gedeeltelijke reproductie is verboden zonder de toestemming van Marinus C. Gisolf en zonder bronvermelding

Geef een reactie


2 × 5 =


De Ervaring

Alle rechten voorbehouden. De gehele of gedeeltelijke reproductie is verboden zonder de toestemming van Marinus C. Gisolf en zonder bronvermelding

De Ervaring

     De opname en verwerking van BelCal levert een ervaring op. Het verwerken van BelCal is niet een proces, dat zich in een kwestie van secondes afspeelt. Het verwerken van indrukken, het sorteren in het geheugen van dingen, die men gezien heeft, het onderbrengen van observaties in het geheugen onder een zeker referentiekader is een proces dat enige tijd vergt. Sterker nog: deze verwerking kan soms weken duren. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat de mens tegelijkertijd via het oog, de neus en het oor bijvoorbeeld opneemt en het brein tijd nodig heeft de verschillende elementen aan elkaar te binden tot een volledige ervaring; daarnaast noemden we reeds het feit dat onze twee hersen helften anders werken.

     Wat een ervaring precies inhoudt binnen het bestek van het toerisme is een zaak van de psychologie. In het algemeen kunnen we stellen dat de vakantie ervaring allereerst de beleving betreft, waar dan waardes aan toegekend worden en samen met beelden, geuren en andere opnames via de zintuigen (de belevingscaloriën – BelCal) een kern in het geheugen vormen die bruikbaar is voor de vergelijking met andere ervaringen.

     In het toerisme zijn er drie functies van de ervaring:

1.Het samenvatten van de beleving in de vorm van beelden en emoties;

2.Het vastleggen van de basis van de ervaring voor de vergelijking met de verwachtingen en voor nieuwe reisvooruitzichten;

3.Het vergelijken met de thuis-werkelijkheid die met nieuwe ogen bezien wordt vanwege de recent opgedane ervaringen. Het kan zo zijn, dat het resultaat van de vergelijking voor onze thuis omgeving negatief of positief uitpakt.

     Gebaseerd op boven omschreven manieren, waarop BelCal het lichaam en de geest binnentreden, kan men ook een serie ervaringen opstellen:

  • sociale ervaringen
  • spirituele ervaringen
  • lichamelijke ervaringen
  • esthetische ervaringen
  • emotionele ervaringen
  • visuele ervaringen
  • gastronomische ervaringen
  • auditieve ervaringen
  • culturele ervaringen

     In welk opzicht zijn de ervaringen (opname en verwerking van BelCal) anders in het toerisme dan bij andere uitingen van het leven?

     Hierbij gelden de twee voorwaarden waarom het toerisme als zodanig betiteld wordt: de toerist moet om toeristisch te kunnen consumeren eerst naar een plek reizen die anders is dan zijn thuis omgeving en daarnaast dient het product dat geconsumeerd wordt gebaseerd te zijn op de vrijwillige keuze van de persoon om een ervaring te ondergaan. Deze vrijwillige keuze kan betrekking hebben op ontspanning, natuurvorsing, leerproces, biologische interesse, anthropologische interesse of de vele andere vormen die er bestaan (zelfs sport evenementen of wijnkennis inbegrepen).

     Er zijn vele soorten ervaringen en vele vormen hoe ze tot stand gekomen zijn. Er zijn bijvoorbeeld de gastronomische ervaringen. Hoe simpel de dagelijkse behoefte om te eten ook moge lijken, in het toerisme is dit gecompliceerder dan men denkt, daar de toerist iets anders wil eten, dan wat hij thuis elke dag heeft. Men wil iets typisch van de zone, maar het moet ook weer niet tè gek worden – iets bekends moet de maaltijd blijven behouden. Er zit dus een duidelijk cultureel element in een gastronomische ervaring.

     Niet alleen de smaak papillen moeten geprikkeld worden, dit geldt natuurlijk ook voor het gehoor: het gerommel van een vulkaan, de kakafonie van een oerwoud, de melodieën van vogels of de muziek van een concert zijn allen BelCal bronnen, die tot mogelijke indrukwekkende, angstaanjagende of mooie ervaringen kunnen leiden.

 

bus india ned

Openbaar vervoer – hier op de foto in India – is een zekere manier om sociale ervaringen op te doen met een plaatselijke bevolking.

 

     Op een geheel ander vlak liggen de socioculturele ervaringen. Daar vallen enerzijds de contacten met een plaatselijke bevolking onder – hetzij van een ander land of van een andere regio – en anderzijds de observatie van culturele uitingen van die bevolking. Dit laatste moeten we in een breed licht bezien: het gaat om een plaatselijke architectuur, de kleuren van huizen en gebouwen, de manier waarop een dorp of stad aangelegd is; het gaat om winkels en wat er verkocht wordt en ook hoe mensen zich kleden. Het gaat om religieuze uitingen in kerken, tempels of andere gebouwen, maar ook op straat; het gaat om cultureel erfgoed wat zichtbaar gemaakt kan zijn in musea, maar ook bij mensen thuis, op straat of in boekwerken, foto’s of film materiaal bijvoorbeeld. Al deze uitingen van de mens op een bepaalde plaats kunnen observatie materiaal opleveren voor een toerist en deze kan BelCal hieruit opnemen. Het simpele zien hoe andere mensen leven en geleefd hebben kan een enorme reeks ervaringen voor een toerist opleveren – indien deze toerist daar open voor staat. Hier geldt dat het om een reeks waarnemingen gaat – de opname van BelCal door verschillende zintuigen over een zekere periode – die daarna aan elkaar gesmeed moeten worden om er één ervaring van te maken. Het kan om simpele dingen gaan zoals het beeld van een vrouw die met een wateremmer op het hoofd zacht wiegend voortschrijdt, of om complexe zaken, zoals de mystiek van een Boedhistische ceremonie. Het opnemen van een zekere sfeer op de plaats, waar men verkeert, gebeurt door een combinatie van prikkels, die alle zintuigen ontvangen. Om uit al die impulsen een compleet plaatje op te bouwen van wat wij een ‘sfeertje’ van een plaats noemen duurt enige tijd en daarvoor zijn ook over langere tijd een aantal observeringen nodig.

     Op het gebied van spirituele ervaringen heeft een toerist er meer dan hij denkt: alleen al de ontmoeting met de natuur en de grootheids ervan, geeft ons vaak het gevoel hoe klein de mens eigenlijk is. In het algemeen is de confrontatie met iets anders soms een goede beweegreden voor een toerist zich zelf aan het denken te zetten.

     Zeker op cultureel gebied zijn er natuurlijk de visuele ervaringen (beeldhouwerken, schilderstukken) of bijvoorbeeld de vergezichten. Het visuele aspect is bij veel mensen dominerend wat alle soorten ervaringen betreft die we kunnen hebben, met uitzondering van de sociale ervaringen.

     Deze laatste vormen voor veel toeristen nog steeds de hoofdmoot van vakantie ervaringen. Men dient zich echter wel goed te beseffen, dat het in vele gevallen om contacten met medereizigers of groepsgenoten gaat. Er worden dus zeker sociale BelCal opgenomen en in vele gevallen tot een sociale ervaring omgesmeed, maar in hoeverre hebben we het dan nog over toerisme? Indien de bestemming of een toeristische attractie alleen als decor dient voor de sociale contacten van een groep toeristen onderling, dan kunnen we hier inderdaad een vraagteken bij plaatsen. Toch is het element om reizen aan te bieden, die juist hierop mikken, met de jaren sterker geworden op de toeristische markt. Het gaat er dan om, dat de toeristen ergens naartoe reizen om elkaar beter te leren kennen en niet zozeer om ervaringen te hebben die geheel buiten de thuis wereld vallen.

     Het aantal opgenomen BelCal valt moeilijk te meten. Waar we wel naar kunnen kijken is hoeverre de hoeveelheid opgenomen BelCal een ervaring beinvloed. We kunnen niet spreken van ‘grote’ en ‘kleine’ ervaringen, misschien wel van diepe en oppervlakkige. Deze laatste termen hebben betrekking op de gevoelswaarde of de emotie die men overhoudt na de opname en verwerking van BelCal. Een diepe of onvergetelijke indruk is een ervaring die andere wegdrukt en overheersend wordt: “Toen ik bij de Iguazu aankwam, zal ik nooit vergeten hoe imposant die watervallen naar beneden donderden…” Voor die grootse indrukken denkt men vaak allereerst aan heel indrukwekkende dingen, die een onvergetelijk schouwspel vormen en voor altijd in het geheugen gegrift blijven. De toeristen uit de Verenigde Staten hebben een neiging om op zo’n moment “Wow!” te roepen. We spreken dan ook wel eens van het ‘wow-moment’. We kunnen hier echter niet noodzakelijkerwijs spreken van een diepe emotionele ervaring.

poas nl

Een echt wow-moment: in de schoorsteen van een rokende vulkaan kijken, wat doorgaans tot een onvergetelijke ervaring leidt.

     Dit brengt ons tot het punt dat een zekere hoeveelheid BelCal om persoonlijke redenen van de toerist tot veel dominerendere ervaringen kan leiden dan bij opname van andere BelCal. Men gebruikt ook wel eens het woord klankbord: sommige indrukken of opnames van BelCal vinden meer weerklank bij een persoon dan bij een ander, wat weer betrekking heeft op de referentiekaders en opgeslagen materiaal in het geheugen van de desbetreffende toerist.

     Doorgaans gaan wij ervan uit dat de ervaringen die een toerist tenslotte opdoet van positieve aard zijn of zelfs ‘puur genieten’. Het genieten is een combinatie van BelCal opname en op hetzelfde moment besluiten dat het waargenomene tot een positieve ervaring moet leiden, daar het mooi, prachtig, leuk of wat dan ook geacht wordt te zijn – we denken dan weer aan de rechter helft van de hersenen. Echter kunnen ervaringen uiteraard ook van een ander karakter zijn en men kan wat genoemd wordt ook ‘slechte ervaringen’ hebben, waar we dan begrippen als woede of verontwaardiging mee verbinden, maar ook gevoelens van angst bijvoorbeeld. Een slechte ervaring op een zeker moment – een val of, erger nog, een overval – kan langdurige afkeer teweeg brengen tegen zekere zaken of omstandigheden. Afgezien daarvan, zij er ook zekere angsten die ons belemmeren BelCal op te nemen of indien die wel opgenomen worden tot slechte ervaringen kunnen leiden: hoogtevrees, watervrees of claustrofobie zijn hier voorbeelden van.

     Een heel andere uiting is die van verveling, wat aangeeft dat de persoon in kwestie misschien wel BelCal wil opnemen, maar dat er geen potentiële ervaring voorhanden is. In dit soort omstandigheden kan een toerist bij gebrek aan potentiele BelCal die zelf op gaan zoeken, wat vaak geschied in de vorm van het zoeken van sociale contacten om op die manier toch nog aan een ervaring te komen. Het zoeken van sociale BelCal moet echter weer niet verward worden met het patroon dat iemand contact zoekt op grond van een zekere angst in een nieuwe omgeving.

     Mocht na inname van de BelCal de toerist een andere (of geen) ervaring hebben, dan is er een goede kans dat de toerist teleurgesteld is, of zelfs klaagt. De teleurstelling wordt veroorzaakt, wanneer de verwachting niet overeenkomt met het beleefde. Het gaat dus om een tekort aan opgenomen BelCal.

     De waarde van een ervaring van toeristen wordt nog wel eens gemeten naar de financiële kosten die het met zich meebrengt. Er bestaan mensen die zich de mogelijk opname van BelCal laten vergallen door de gedachte aan hoeveel geld het gekost heeft. We hebben hier dan eerder met een maatschappelijk probleem te maken dan met een element dat direct op de opname van BelCal betrekking heeft. Als een zeker toeristisch product duur is, dan zijn de verwachtingen van de toerist toch wel hoog gespannen: voor zoveel geld moet er toch vreselijk veel te beleven zijn! Als wij denken aan een excursie naar de Galapagos eilanden en de zeer pittige prijzen ervan, dan zal de toerist toch zeker proberen “er zoveel mogelijk uit te halen”.

     Hoeveel ervaringen wil een toerist eigenlijk hebben? Loopt een toerist echt de hele dag rond te loeren waar ergens nog iets beleefd kan worden? Doorgaans niet. En soms bijna het tegendeel: toeristen die het bos in trekken om de beroemde Quetzal vogel te zien en daar zo opgebrand zijn, dat ze verder niets zien en dus ook geen BelCal opnemen. Aan het einde van de wandeling komt dan ook de vitale vraag: “Heb je ‘m gezien of heb je ‘m niet gezien?” Degenen die helaas het vogeltje niet hebben kunnen waarnemen zijn dan diep bedroefd en hebben een verloren reisdag, ondanks het feit dat ze door een van de mooiste nevelwouden ter wereld gelopen hebben.

     Op welke manier verandert de toerist door de inname van BelCal? De toerist wordt gedurende zijn reis een aantal ervaringen rijker en een paar centen armer, zoals bij vele economische transacties. De consumptie van een toeristisch product verrijkt de geest en het lichaam. Daarnaast heeft de toerist – naar wij aannemen – ook momenten van ontspanning. Gedurende zijn vakantie heeft de toerist momenten nodig om alle indrukken te verwerken – maar dat niet alleen. Een belangrijk onderdeel van het concept vakantie is, dat de toerist uit zijn thuisomgeving treedt en fysiek ergens anders is. Dit geeft de toerist de kans om alles te herkauwen wat in zijn gewone dagelijkse leven zich afgespeeld heeft. Een vakantie kan de gelegenheid scheppen, dat een toerist afstand begint te nemen van zijn dagelijkse beslommeringen in zijn thuis wereld. Vakanties met veel fysieke en sportieve elementen kunnen een goede tegenhanger zijn tegen het saaie kantoor leven thuis. Het opnemen van BelCal mag dan de hoofdmoot vormen van de vakantie, het element van “er even helemaal uit zijn” kan verfrissend werken op het dagelijkse leven van de thuis wereld en vormt een niet te onderschatten onderdeel van een vakantie en een verandering teweeg brengen, die de toerist aan het einde ervan ondergaan heeft, wat op zich ook een ervaring is. Afgezien hiervan geldt voor vele toeristen het oud-Hollands gezegde ‘oost west, thuis best’, oftewel vele toeristen zijn blij als ze weer thuis zijn en vinden het eigen stekje tenslotte het mooiste plekje – ook dat is een ervaring.

     Dan is de opname van indrukken één zaak, maar de reproductie ervan een andere (m.a.w. gaat het dan om het zich herinneren en daar uiting aan kunnen geven). Moge het opnemen en verwerken van BelCal al een ingewikkelde zaak zijn, dan is het uiting geven van die ervaringen minstens zo ingewikkeld en vaak vertroebeld door het feit aan wie het verhaal van de vakantie verteld wordt. Daardoor kan het voorkomen, dat twee mensen uiterlijk ongeveer dezelfde belevenis ondergaan, maar dat ieder verschillende types BelCal opneemt, of misschien zelfs dezelfde BelCal maar op een andere manier verwerkt (dus een andere ervaring heeft). Twee mensen beleven hetzelfde “avontuur”, maar daarna bij moeder thuis vertellen ze er een heel ander verhaal over en dat geldt dan niet alleen voor het verhaal wat thuis verteld wordt, maar ook, dat men aan collega’s of kennissen weer een andere versie geeft (vaak onder het hoofdje “sterke verhalen”).

     Een ander voorbeeld is dat van de timide introverte toerist, die na een spannende avonturen vakantie alleen zegt dat het “wel leuk” geweest is. Deze toerist zou best veel BelCal opgenomen en misschien ook verwerkt kunnen hebben, maar hij beschikt niet over de vaardigheden om daar op adequate manier uiting aan te geven; dit laaste kan weer afhankelijk zijn van het feit aan wie hij zijn commentaar levert.

     Met andere woorden, bij het praten over een ervaring die men gehad heeft is er het punt, hoe vaardig de toerist is met de taal om uiting te kunnen geven aan die ervaring; daarnaast is er het interessante punt van de invloed hierop door te kijken aan wie de ervaring verteld wordt. En tenslotte is er ook de tijdsfactor. Een ervaring die nog vers in het geheugen ligt kan voor de toerist van veel belang lijken, maar er is een neiging dat met de tijd een aantal ervaringen wegzinken, samensmelten met andere, of vanuit een andere hoek bekeken worden. Het gaat er hier om dat opgedane ervaringen niet stabiel zijn, en wanneer een toerist over een ervaring praat, moet men er rekening mee houden, dat op een ander tijdstip tegenover andere mensen hij er iets heel anders over kan vertellen. Het duidelijkste is dit te zien met de oppervlakkige ervaringen, zoals het reizen per vliegtuig, waar men bijvoorbeeld een eindeloze reeks gezichten voorbij ziet flitsen, maar er weinig als ervaring hangen blijft.

» Deze website is niet commercieel en genereert geen inkomsten; daarom wordt het op prijs gesteld, wanneer diegenen die de inhoud ervan actief gebruiken een vrijwillige donatie maken – klein en symbolisch als die ook mag zijn – door op de DONATE toets te drukken (Paypal systeem) onderaan deze pagina «

Alle rechten voorbehouden. De gehele of gedeeltelijke reproductie is verboden zonder de toestemming van Marinus C. Gisolf en zonder bronvermelding

Geef een reactie


4 × 4 =