Al lang verkeert het vakantietoerisme in de greep van het economisch denken en sociologisch onderzoek. Op deze website wordt een gebalanceerder inzicht aangehouden: de toeristen zelf en hun ontmoeting met hun vakantiebestemming. De toeristen nemen wat hen aangereikt wordt en gebruiken dit voor hun eigen doeleinden; het zijn deze doeleinden die ons het meest interesseren en meer dan 25 artikelen op deze website gaan daar nu juist over: het toerisme van de toeristen.

Onder het hoofdje "Toerisme" is een nieuw artikel van mij toegevoegd over Klimaatsverandering (Juli 2020).

In februari 2020 heb ik een nieuw artikel toegevoegd in de rubriek "Toerisme" getiteld "Fenomenologie en het Toerisme".

Toeristen en Reizigers

Alle rechten voorbehouden. De gehele of gedeeltelijke reproductie is verboden zonder de toestemming van Marinus C. Gisolf en zonder bronvermelding

Toeristen en Reizigers

1. Verschil tussen reizigers en toeristen

De reizigers van vroeger gingen om vele redenen op pad en dat kon voor familiebezoek zijn, het bijwonen van congressen, voor studie, om gezondheis redenen (spa), om talen te leren, om practische ervaringen op te doen (schilderen, koken, etc.), tijdelijk werk of het opdoen van kennis en ervaring in het algemeen. Deze reizigers waren al naar gelang passagiers, gasten, disgenoten, bezoekers, leerlingen of deelnemers. Het begrip vakantie bestond wel, maar had nog niet die dwangmatige tendens van weg willen zijn uit de thuis omgeving als noodzaak.

Een nieuwer verschijnsel is te reizen om niets te doen (strandvakantie) of om met vakantie te gaan zonder duidelijke invulling van activiteiten. Het begrip “toerisme” is in volle omvang vanaf de jaren vijftig ontwikkeld – daar voor reisde men. Ging men vroeger een of meerdere dagen naar een plaatselijk strand of naar kennissen op het platteland en begon in de twintigste eeuw het begrip vakantieganger de kop op te steken, werden er vanaf de jaren vijftig steeds meer ‘grote’ vakanties georganiseerd en gaat men in het Westen minimaal 3 of vier weken met vakantie. Door bevolkings groei en verbeterde economische voorwaarde in het Westen begonnen miljoenen mensen lange vakanties te nemen en is in de 21ste eeuw de vakantie al iets ‘heiligs’ geworden, waar niemand blijkbaar meer buiten kan – dit in grote tegenstelling tot ontwikkelings landen. Vanuit het westen werden er enorme transportlijnen opgezet met bus, trein of vliegtuig en om al deze tendensen het hoofd te bieden werden er op vele plaatsen grote resorthotels uit de grond gestampt. Er ontstond een patroon van grote investeringen, groots opgezette reisorganisaties, propaganda machinerie en begon men het woord toeristenindustrie te gebruiken. Wat vroeger reizigers waren, werden klanten van deze industrie (toeristen), wat vroeger vooral een sociaal ingestelde activiteit was, werd vanaf de jaren zestig een economische zaak van vraag en aanbod en waar vroeger de reiziger accepteerde hoe andere streken of landen waren, eist de toerist van nu, dat een bestemming aan zijn smaak en interesses enigzins aangepast is.

Toeristen zijn reizigers, maar het moge duidelijk zijn dat het grootste deel van de reizigers geen toeristen zijn. De toerist reist in principe als vrijwillige keuze, terwijl bij de verdere reizigers er een duidelijke (en soms dwingende) reden is om te reizen. De toerist voelt zich klant en wil als zodanig behandeld worden, terwijl de reiziger de verschillende onderdelen van de reis als losse elementen ziet, die hij doorgaans zelf uitgezocht heeft en daardoor makkelijker accepteert, dat op een bestemming dingen zijn zoals ze nu eenmaal zijn.

2. Veranderingen van het begrip ‘toerist’

Het aantal toeristen mag dan de laatste twintig jaar enorm toegenomen zijn, in wezen is hetzelfde het geval bij de reizigers. Men reist meer dan ooit als gevolg van globaliserende tendensen, steeds makkelijkere vliegtuigverbindingen en groeiende communicatie door internet. Elk vliegtuig zit vol passagiers, van wie het steeds moeilijker vast te stellen is, wie van hen nu de echte toeristen zijn en daarbij is er steeds minder noodzaak om die vraag te stellen. In een hotel slapen gasten, en in hoeverre deze nu onder het etiket toerist vallen of onder zakenmensen, congres leden, familie bezoekers of sporters maakt het horeca wezen niet zoveel uit.

Reisorganisaties en Touroperators hebben onder de globaliserende tendensen ook de neiging arrangementen te maken voor reizigers die niet onder de categorie toeristen zouden vallen. Sport evenementen zijn hier een goed voorbeeld van en wat geregeld moet worden voor de sporters zelf valt niet onder de rubriek toerisme, maar de resultaten zijn precies hetzelfde: transfer naar een vliegveld – vlucht – transfer naar hotel – overnachtingen. Dit basis arrangement ligt ten grondslag aan de meeste reizen, waarbij het vliegveld verwisseld kan worden voor trein- of busstation.

Afgezien van de vervaging van het verschil tussen toerist en reiziger zijn er ook hele andere redenen om het begrip ‘toerist’ van nu eens nader te toetsen.

Eind 20ste eeuw en vooral aan het begin van de 21ste eeuw begon op wereld niveau duidelijk te worden dat de economische groei een zware tol op het milieu en de natuur trok. De mens begon in een steeds hoger tempo meer van de aarde te onttrekken dan zij terug kon geven. Het werd noodzakelijk maatregelen te treffen om onze planeet leefbaar te houden en het opzetten van een duurzame ontwikkelings visie was een van de antwoorden hierop. Het is inmiddels duidelijk, dat in het toerisme het toepassen van duurzaamheids maatregelen op alle niveau’s dient te gebeuren, wat inhoudt, dat ook de toerist hier nauw bij betrokken moet worden. Echter, het beeld van de toerist als Koning Klant belemmert dit. Deze klant staat op zijn rechten en laat zich leiden door mode ontwikkelingen; deze klant wil steeds meer luxe, zelfs meer dan hij thuis gewend is en al helemaal meer, dan men op de bestemming kent en deze klant heeft nog steeds de neiging op vakantie dingen te doen, die hij thuis niet mag doen. Het wordt langzamerhand duidelijk, dat het beeld van de toerist als klant en de toeristen industrie als een alleen economische activiteit niet langer strookt met de werkelijkheid van een planeet, die urgent gered moet worden.

De miljoenen en miljoenen passagiers die tegenwoordig in de wereld rondreizen hebben allemaal een even grote verantwoordelijkheid voor het milieu, net zoals de vliegtuigmaatschappijen, hotels, busbedrijven of belevingsbronnen. Het is echter ook duidelijk, dat de meesten zich niet bewust zijn van enig kwaad. De profvoetballer die in de Champions League speelt, trekt zich weinig van milieu overwegingen aan, hoewel de topvoetballers tegenwoordig duizenden mijlen per jaar afleggen. Men houdt het erop, dat dit de verantwoordelijkheid van de vliegtuigmaatschappij is. Maar is dat wel zo? Als we de zaken vanuit een strict economisch oogpunt bekijken mischien wel: de vliegtuigmaatschappijen bieden iets aan en moeten verantwoordelijk voor hun product zijn; het economische standpunt benadrukt vraag, aanbod en marktprincipes. Het moge duidelijk zijn, dat het ‘klant’ idee een barrière vormt voor het besef bij reizigers, dat zij tenslotte degenen zijn die reizen en dus verantwoordelijkheid dragen wat betreft vervuiling.

3. De reizigers van nu

Ervan uitgaand dat toeristen gewone reizigers zijn, spelen de invloeden, die een reiziger kan hebben op het milieu, op een plaatselijke bevolking of op de economie van een land, zich op twee niveau’s af. Allereerst is er de reiziger, die door zijn keuzes van waar te gaan of wat te doen een duidelijke voorkeur kan aangeven aan de minst schadelijke activiteiten door het selecteren van infrastructuren (hotels bijv.) die milieu vriendelijk zijn; door bewust ervoor te zorgen, dat de baten zo veel mogelijk bij een plaatselijke bevolking terecht komen en in het algemeen door een kritiesche houding aan te nemen tegenover toeristische attracties en de erbij liggende infrastructuur.

Het tweede niveau betreft de reiziger, die met zijn gedrag op de bestemming zelf al een stuk kan helpen vervuiling tegen te gaan (o.a. door te vermijden veel plastic waterflesjes te kopen), zijn ‘voetsporen’ zo min mogelijk zichtbaar achter te laten, zijn airco niet op zijn kamer de hele tijd aan te laten staan, altijd het afval te scheiden en ook nog met een plaatselijke bevolking helpt mee te denken hoe zaken schoner gedaan kunnen worden.

Er zijn echter zaken die onder toeristen veel duidelijker naar voren komen dan bij reizigers in het algemeen. De tendens om steeds meer luxe te vragen, is heel duidelijk zichtbaar bij een groot deel van de toeristen, maar aanzienlijk minder bij de rest van de reizigers. Zoals in de supermarkten producten in fraaie en verleidelijke dure plastic verpakkingen te koop liggen (en de verpakking nog wel eens duurder wil zijn dan de inhoud…), zo wil de toerist steeds mooiere privee badkamers, jacuzzi’s, laatste model geruisloze airco, ijskast, minibar en kabel TV met groot scherm op de kamer hebben. Het gaat hier om vele extra’s die net als die mooie verpakkingen alleen maar schadelijk zijn en aan de beleving van de vakantie zelf nauwelijks bijdragen. Is dit een zaak van het hotel of van de gast? Moet deze toerist misschien niet afzien van zijn rechten als ‘klant’ en weer een normale reiziger worden, die geeft om het milieu, die inziet dat overmatig waterverbruik een plaatselijk milieu behoorlijk kan aantasten; die begrijpt, dat overdaad schaadt en dat de rekening van die schade pas aan de volgende generaties gepresenteerd gaat worden?

De vliegtuigmaatschappijen hebben het klant-idee als eerste opgegeven; onder invloed van de veiligheids problematiek sinds 2001 worden alle passagiers in een strak reisregime gestopt, waarbij het geen zin heeft zich te gaan beroepen op het feit, dat je klant bent. Onder druk van milieu kwesties zouden er op andere gebieden maatregelen moeten komen die over het begrip ‘klant’ heen reiken en van iedereen gewone reizigers, gasten of bezoekers maakt. De mensen die in de vliegtuigen, hotels of belbronnen werken, zitten niet meer in het toerisme, maar wel in de reisbranche en in plaats van het woord toerisme wordt al steeds vaker de ‘reiswereld’ genoemd.

Tot op heden – 2010 – houdt men nog steeds de scheiding aan tussen reiziger en toerist, zelfs tot op VN niveau (World Tourism Organisation). Hoewel men nog probeert het steeds wijder wordende begrip toerisme af te perken, door termen te gebruiken zoals berm toerisme of gezondsheids toerisme, worden zakenmensen nu al “officieel” tot toeristen gerekend worden en wordt het wel steeds moeilijker de reizigers en toeristen uit elkaar te houden en dezelfde VN organisatie zou spoedig beter de “World Travel Organisation” moeten gaan heten.

» Deze website is niet commercieel en genereert geen inkomsten; daarom wordt het op prijs gesteld, wanneer diegenen die de inhoud ervan actief gebruiken een vrijwillige donatie maken – klein en symbolisch als die maar mag zijn – door op de DONATE toets te drukken (Paypal systeem) onderaan deze pagina «

Alle rechten voorbehouden. De gehele of gedeeltelijke reproductie is verboden zonder de toestemming van Marinus C. Gisolf en zonder bronvermelding

Geef een reactie


− 5 = 4